LAND- EN VOLKENKUNDE VAN NEDERLANDSCH INDIË.

Iets orer het Javaansche gezin.

Ons voornemen is, het Javaansche gezin te teekenen, zoo als het zich tegenwoordig aan ons oog vertoont. Van onderzoekingen omtrent de toestanden, die aan den tegenwoordigen zijn voorafgegaan, moeten wij ons onthouden. Trouwens deze schijnen, wat Java betreft, geen' dankbaar loonenden arbeid op te leveren. Men zal wel eenige gegevens kunnen vinden, om uit de tegenwoordige toestanden tot die van vroeger te besluiten; maar, met het oog op de geschiedenis van Java, zal men die steeds met omzichtigheid moeten behandelen.

Prof. Wilken heeft dan ook in zijne verhandeling //Over de primitieve vormen van het huwelijk en den oorsprong van het gezin" slechts zeldzaam de Javanen ter sprake gebracht. In het 4 de gedeelte bijv. noemt hij alleen het bekende «karan-anaq" (1) waarvan, naar zijne voorstelling //de oorsprong moet gezocht worden in den tijd, toen, als eene reactie op de bestaande moederlijke instellingen, de man vóór alles zijne betrekking tot den jonggeborene aan den dag had te brengen." En, na aangetoond te hebben, hoe iets gelijksoortigs ook bij de Alfoeren der Minahassa, de Dajak's op Borneo, de Maleiers der Padangsche Bovenlanden, de Pasoemah's,

(1) Karan-anaq, het zich noemen van den vader naar het eerstgeboren kind. Red.

MED. N ZG. XXXI.

S