tautsche kerken in Nederlandsch-Indië. De Nederlandsche en Utrechtsche Zendingsvereenigingen volgden het Genootschap op dien weg.

Zoo ontstond eene nieuwe splitsing, en konden de genootschappen en vereeuigingen zich meer blijven bepalen tot den arbeid onder heidenen en mohammedaneu, zonder daarom de belangen der inlandsche gemeenten uit het oog te verliezen.

Met dit al is onze Nederlandsche zending slechts sporadisch blijven werken. Open liggen: het grootste gedeelte van Java, de gansche reeks van aanzienlijke eilanden, Bali, Lombok, enz., ten oosten van Java, tot Timor ingesloten, bijna geheel Celebes, Borneo, Sumatra, een onoverzienbaar veld, niet honderden volksstammen, die hunne eigene talen of dialecten hebben, voor een groot deel ons nog onbekend, als men daardoor iets meer verstaat dan geographische grenzen en algemeene ethnographische noties.

Verleden jaar ontvingen de zendelingen in de Minahassa een schrijven van een' Engelschen zendingviend, die hun voorsloeg een plan te ontwerpen voor het geregeld bezoek van de kusten van Celebes, met het doel daar het Evangelie te gaan verkondigen. Hij wilde dan zorgen voor een vaartuig, althans de kosten daarvoor dragen. Het denkbeeld is, zoo als het daar lag, onuitvoerbaar; maar niet minder grootsch, in zoo verre het uitgaat van den brandenden ijver om het Evangelie van onzen Heer Jezus Christus aan alle volken te brengen.

En zouden wij Nederlandsche, Protestantsche christenen dan niet de handen in een slaan, ter bereiking van het doel, dat meer en meer door al wat den Heer lief heeft beoogd wordt, dat strekt om alle volken en stammen toe te brengen tot de gemeente des Heeren, deelgenooten