En voor al deze punten, die zeker nog wel te vermeerderen zullen zijn, als wij onze consciënties raadplegen, staat elk van de genootschappen en vereenigingen geheel op zich zelf, vaak belemmeringen ontmoetende, die het niet vermoed had, die anderen reeds te boven waren, of geleerd hadden als onoverkomelijk te laten rusten.

Ieder Genootschap, iedere Vereeniging zal hier bijzonder op verdeeling van den arbeid hebben te letten. En bedrieg ik mij, of komen wij hierin niet in velen deele te kort?

Men zal mij wellicht te gemoet voeren: Al het aangevoerde behoort tot de hulpmiddelen, die naar voorkomende omstandigheden gebruikt kunnen worden, waarvan men echter volstrekt niet algemeen het nut inziet. De zending heeft ten doel de prediking van het Evangelie; en den waren zendeling zullen de hulpmiddelen aan de hand gedaan worden naar voorkomende omstandigheden.

Het zou mij leed doen, als dit gevoelen bleek dat van deze vergadering te zijn. Ik erken, dat men de hulpmiddelen overschatten kan; wie echter de geschiedenis raadpleegt, zal leeren, dat het mislukken of minder gelukkig slagen van menige zending is toe te schrijven aan gebrekkige voorbereiding. Eerst in de volheid der tijden verscheen de lang verwachte Messias. Wat in het godsrijk vooraf ging was voorbereiding voor zijne komst. Zonder voorbereiding zal geen menschelijk werk slagen; zonder voorbereiding zal de evangelieverkondiging aan de volken geen vruchten dragen.

En nu meen ik, dat van al het genoemde niets kan gemist worden ter voorbereiding of voortzetting van het zendingwerk. Maar dan vraag ik: Zal niet noodig zijn, dat wij, zendingmannen, den arbeid verdeelen? Of zoudt gij meenen, dat een groot deel daarvan reeds door anderen