tot dusver bestaande organisatie waren begrepen 2 predikanten zonder vaste standplaats, ter beschikking van het Kerkbestuur te Batavia voor de waarneming van den dienst bij vacante gemeenten, en waren de 38 overige leeraren over 31 standplaatsen verdeeld. Thans is op predikanten zonder vaste standplaatsen niet meer gerekend (1) en zijn in 't geheel 32 standplaatsen ingesteld, zijnde die te Ambarawa en te Riouw komen te vervallen (de eerste is tot het ressort van den predikant te Salatiga, de andere tot dat van den predikant in de residentie Sumatra's Oostkust gebracht), terwijl daarentegen als nieuwe standplaatsen zijn aangewezen Bandong in de Preanger Regentschappen, Fort de Koek in de Padangsche Bovenlanden en Medan ter Sumatra's Oostkust. Onder de bedoelde 32 standplaatsen telt ook die te Bonthain (ZuidCelebes), waar voorloopig nog een hulpprediker 1ste klasse in functie is (de eenige van deze categorie). In verband met het hooger gezegde zijn er dus niet 39, maar 38 predikantsplaatsen te vervullen, en van deze waren er op 31 December 1887 30 bezet, terwijl zich bovendien 4 predikanten met verlof buiten Nederlandsch-lndië bevonden. Op 31 December 1886 waren er 28 predikanten in funtie (hieronder begrepen de predikant, die toen als veldprediker in dienst was, doch niet de twee hulppredikers 1ste klasse te Depok en te Bonthain) en 6 met buitenlandsch verlof. Van de bedoelde 28 ontvielen er, in den loop van 1887, 3 aan den dienst, namelijk 1, die met buitenlandsch verlof vertrok en 2, die op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst erlangden. Daarentegen keerden 2 predikauten van verlof terug (2) en kwamen 3 nieuw benoemden uit Nederland aan.

21 van de 30 in functie zijnde predikanten waren geplaatst

(1) Bij het aangehaalde besluit van 27 April 1887, houdende eene nieuwe verdeeling van het dienstwerk der predikanten, zijn voor de waarneming van den dienst bij gemeenten, waar tijdelijk de predikant ontbreekt, aangewezen de predikauten te Batavia, telkens wanneer hun dit door het Kerkbestunr wordt opgedragen. Voor hen zijn dan ook geen vaste dienstreizen meer voorgeschreven. (2) Er zouden dus nog 5 predikanten met verlof in Europa moeten zijn, maar 1 van hen, wiens verlof in 1887 verstreek, vroeg en verkreeg hier te lande een eervol ontslag uit 's lands dienst (Augustus 1887).