op Java (waarvan 9 op de drie hoofdplaatsen), terwijl de overigen gevestigd waren te Padaug, Fort de Koek, Palembang, Medan, Kotta Rodja, Makasser, Menado, Amboina (hier slechts één van de twee, die er organiek moesten zijn) en Banda.

Zeven standplaatsen waren onvervuld, namelijk Kembang, Sumanap, Benkoelen, Pontianak, Bandjermasin, Ternate en Koepang. De dienst te Sumanap werd waargenomen door de predikanten van Soerabaija en die te Bandjermasin door den zendeling van het Rijnsche Zendelinggenootschap, die daarmede ook reeds in 1886 belast was. De gemeenten te Ternate en Koepang werden, evenals vroeger, bediend door de hulppredikers ten dienste der inlandsche Christengemeenten te Batjan (1) en Babauw, die daartoe tijdelijk op de genoemde hoofdplaatsen gevestigd bleven. Aan het gemis van een' tweeden predikant te Amboina werd in zoover te gemoet gekomen, dat den hulpprediker ten dienste der inlandsche Christengemeente te Allang werd opgedragen den aanwezigen predikant tijdelijk behulpzaam te zijn in den dienst bij de inlandsche Christengemeente ter hoofdplaats, waartoe hij zich tijdelijk aldaar vestigde. Yoor Rembang, Benkoelen en Pontianak kon voorloopig geen voorziening worden getroffen. In den aanvang van 1887 volbracht echter de toen nog ter beschikking van het Kerkbestuur staaude predikant eeno dienstreis naar Pontianak en naar de verdere gemeenten ter Westkust van Borneo en op Billiton, terwijl sedert Februari jl. in den dienst te Benkoelen in zoover tijdelijk is voorzien, dat een in de afdeeling Manna en Pasoemah Oeloe Manna van dit gewest verblijf houdende zendeling-leeraar op zich nam dien dienst viermalen 's jaars waar te nemen.

Gedurende de eerste vijf maanden van 1888 zijn onder de dienstdoende predikanten nog 2 plaatsen opengevallen (1 aan wien eervol ontslag uit zijne betrekking werd verleend als lijdende aan eene zielsziekte en 1 die buitenlandsch verlof

(1) Voor Ternate moest echter deze tijdelijke voorziening in 't laatst van 1887 voorloopig gestaakt worden, in verband met de overplaatsing van den voor Batjan aangewezen hulpprediker, in wiens plaats echter reeds in Februari jl. een ander werd benoemd.

1*