DE ZENDINGWETENSCHAP.

Uit de geschiedenis der Zending.

De geschiedenis eene leerschool. Wordt dit woord genoeg behartigd? Verdient het niet, vooral ook in de zending zijne toepassing?

Het antwoord op deze vraag zal wel in het algemeen bevestigend zijn; maar er bestaat nog al verschil in opvatting van wat men door geschiedenis der zending te verstaan heeft.

Bepaalt men zich tot een min of meer uitvoerig overzicht van het werk der Genootschappen, met vermelding van voorbeelden van bekeeringen, geloofsbetuigingen, enz., voorts met opgave van de voornaamste posten, het getal arbeiders, gedoopten, lidmaten, scholen, leerlingen, enz., dan moge dit aanleiding geven tot blijdschap over de vruchten van de evangelieverkondiging, over de uitbreiding, die het werk allengs verkrijgt, maar het kan niet dienen om inzicht in het wezen en karakter der zending te erlangen. Men overziet het veld, zonder over de mindere of meerdere vruchtbaarheid van de akkers, of over de wijze van bewerking en de meerdere of mindere geschiktheid der arbeiders te kunnen oordeelen.

Vruchtbaarder is de methode, volgens welke men de geschiedenis van enkele zendelingen behandelt. Het is een verblijdend verschijnsel, dat de gelegenheid daartoe overvloediger wordt, naarmate wij over meer degelijke levensbeschrijvingen te beschikken hebben. Doch bij