niets te maken, en Jezus heeft die met zijne discipelen nooit behandeld.

Genoeg om te doen zien, van welken aard de evangelieprediking der Je/.uiten was. Intusschen verwierven zij zich al meer en meer grooten invloed. Onder de vorsten van Japan waren er verscheidene, die hen begunstigden, Zelfs gingen de vorsten van Biingo, van Arima en Omoera tot het Christendom over. Merkwaardig is het gezantschap, dat zij in 1582 tot den Paus afvaardigden. Het verdient wel, dat wij er bij blijven stilstaan. (1)

Gregorius XIII, die, zoo als bekend is, den almanak verbeterde, bekleedde toen den pauselijken zetel. De gezanten waren twee jongelingen, bloedverwanten der vorsten van Arima en Omoera, vergezeld van twee andere aanzienlijke Japanners en twee bedienden, onder geleide van een' pater Jezuit. De reis der gezanten ging met vele bezwaren en gevaren gepaard, hoewel zij overal, waar zij de Portugeesche bezittingen aandeden, met luister ontvangen werden. Eer8t na ongeveer drie jaren bereikten zij Lissabon, waar de kardinaal albertus austrius , hertog van Braganza, hen feestelijk onthaalde. Van daar vertrokken zij naar Madrid, waar philips II hen omhelsde en hun zijne schatteu in het Escuriaal vertoonde. Over Majorca en Minorca kwamen zij te Pisa, waar zij reeds door den broeder van den hertog plechtstatig ontvangen werden, om te Florence onthaald te worden als te Madrid.

Eindelijk bereikten zij de grenzen van den Kerkelijken staat, waar de afgevaardigde van den Paus, kardinaal

(l) Ik volg hier arnoldus montanus , in zijn aangehaald werk, die zijn verhaal ontleende aan thuanĂ¼s. Hildreth (o c.) geeft ons ook nagenoeg gelijkluidende mededeelingen, en haalt daarbij de Latijnsche, Italiaansche en Fransche schrijvers aan, die de gansche toedracht, met de gehouden redevoeringen uitvoerig beschrijven.