moet men terug; en dit zou het beste zijn: dat het onderwijs weder in particuliere handen - hier het Nederlandsche Zendelinggenootschap - overging, onder streng toezicht van gouvernementswege. Men geve eene subsidie voor elke school, die reden van bestaan heeft, en wel berekend naar het aantal leerlingen.

Dat ik de inspectie zooals die tot heden geschiedde, niet wil afgeschaft, desnoods verscherpt wil hebben, blijkt duidelijk uit het bovenstaande.

Eindelijk, opdat men geen ongeschikte werkkrachten op de scholen zal hebben, blijven de examens bestaan, alleen voor kweekelingen verlicht, liefst na blijken van practische bekwaamheid gegeven te hebben, en verder worde niemand aan 't hoofd eener school geplaatst, dan na behoorlijk afgelegd examen.

In enkele losse trekken gaf ik bezwaren en inlichtingen aan. Wellicht ging ik reeds te ver. Alleen oprechte belangstelling in de school en ons Miuahassavolk deed mii spreken. J r j. LOUWERIER.

Bijlage 1.

Het volgende schrijven kan als aanleiding beschouwd worden tot het leveren van het voorafgaande.

Tondano, 29 Februari 1888.

No. 82. Aan

den Hulpprediker te Tomohon.

Door den Directeur van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid uitgenoodigd zijnde, om ten behoeve van het 3de vijfjarig verslag van het inlandsch onderwijs ook een zoo juist en volledig mogelijk overzicht te geven van het bijzonder onderwjjs, neem ik de vrijheid UWelEerwaarde beleefdelijk te verzoeken, mjj wel zoo spoedig als dit doenljjk is, berichten te doen