Wij gaan nu weder dalen en wel tamelijk sterk. Wij hebben het gezicht op bosschen, die aan deze zijde nog te vinden zijn en het oog verkwikken, terwijl de temperatuur hier aangenaam gematigd is. Hier hoort men dan ook nog water ruischen en verwelkomen ons de tonen van gevogelte, dat zich tusschen het hout beweegt: kortom wij zijn in eene andere wereld.

De school te Keka wordt slecht bezocht; de leerlingen wonen te ver en op verspreide plaatsen afzonderlijk of met weinige huisgezinnen, en alzoo heeft deze school geen reden van bestaan. Waarschijnlijk waren bij de oprichting de toestanden of de verwachtingen anders. Het geheele district bestaat uit 8 kampongs met 200 weerbare mannen.

De weg naar Talaë is zeer geaccidenteerd. Onderweg ziet men nog plaatsen, op hoog oprijzende rotsen, als arendsnesten, waar in vroeger tijd de negery lag, wegens onveiligheid van oorlog en onderlinge veeten. Dat schijnt eigenaardig aan die goede oude tijden verbonden te zijn geweest: in de Minahassa was dat vroeger ook zoo.

De school kan te Talaë wel gedijen: blijkbaar wil men haar. De opkomst der leerlingen is bevredigend, en de nieuwsgierigheid of belangstelling van ouders en betrekkingen - waarom niet? - was hier nog grooter en algemeener dan elders. Bij verbetering van het gebouw en het onderwijzerspersoneel kan deze school goed worden.

Het logies was onzindelijk, dus maakte ik gebruik van mijn veldbed.

Ik zag hier weven door eene vrouw: zij zat op den grond, het weefgetouw op den schoot en de beenen gestrekt, terwijl zij met de voeten het ondereind vasthield, was het boveneind om den rug verbonden. Het ging tamelijk vlug, en zij maakte fraaie patronen. Elke kampong heeft hare eigene patronen