Een genoegelijk samenzijn en een flinke maaltijd ten huize des medehelpers besloot de feestelijkheden van dezen dag.

Onder het huiswaarts keeren vervulden mij vele en velerlei gedachten. Moge Gods zegen op het tot stand gebrachte rusten!

Hopende nog eenmaal eene getrouwe afbeelding van dit steenen kerkgebouw te zullen kunnen geven, zij hier nog aangeteekend, dat er nog geene zoldering in is aangebracht, en dat er o. a. ook nog banken noodig zijn. Een en ander moest tot later uitgesteld blijven, daar de noodige fondsen ontbraken. In het geheel werden door mij ontvangen:

Uit Nederland f 675,— uit Java 372,45£ van de Inl. Christenen u 213,10 behalve zand, hamboe, plm. 45000 metselsteenen en alle koelidiensten. . . memorie

te samen ƒ 1260,53^ De verschillende uitgaven bedroegen J 1450,32, zoodat een tekort van ƒ 189,78^ bleef, dat voor rekening des zendelings kwam. Toch is het mij aangenaam, met een woord van dank te mogen eindigen jegens al de vriendelijke gevers en geefsters; en in de allereerste plaats den heer Mr. O. J. H. Graaf van Limburg Stirum, door wiens krachtige hulp deze bouw inderdaad mogelijk is geworden.

De herinnering aan dezen dag en deze kerk was en is mij nog vaak eene vertroostende en bemoedigende gedachte. Treffende blijken van christelijke toewijding, opoffering en blijdschap mocht ik toen waarnemen; ja, aandoenlijke blijken van christelijk leven, die men zoo niet van de Javanen verwachten zou. Och! men kan