men daarvoor geen verklaring meer kan vinden. Yan verschillenden aard zijn ook de oorzaken, waarom de leden van zulk een verbond van de eene zijde, die van de andere gaan bezoeken, als : aanhoudende droogte, te lang aanhoudende regen, of wat ook anders een gevaar voor het te veld staande gewas mag opleveren, of men gaat ook, omdat men de bondgenooten der andere zijde reeds al te lang niet meer heeft bezocht.

De gebruiken nu voor zulke bezoeken zijn al's volgt. Eer de bondgenooten van de eene zijde zich tot een bezoek aan de andere zijde opmaken, komen de hoofden en de priesters (radja porbaringin) samen op de voornaamste marktplaats, om de zaak te bespreken. ^Sadat zij haar beslist hebben, zenden zij sirih aan de bondgenooten der andere zijde met de boodschap, dat zij komen zullen, en maken daarbijl den dag van hunne komst bekend. Wanneer dan die vooruit berekende dag (een geluksdag) aangebroken is, verzamelt zich alles, wat mee wil, klein en groot, maar allen van de mannelijke kunne, om zich op marsch te begeven. De hoofden met priesterlijke waardigheid voeren in water geweekte en gepelde rijst en de voorgeschreven offerande (s i t o m p i o n) met zich en ook twee muziekbekkens (ogoeng oloan en doal na godang) van de eene zijde van hunnen stam. De twee andere muziekbekkens (ogoeng pangihoeti en ogoeng p a n g g o r a) moeten door die van de andere zijde van den stam meegenomen worden. Voor de klarinet en de houten trommel bestaat echter geen voorschrift;

]) Deze bestaat uit een bord gepelde rijst, waarop in een bananenblad gewikkeld twee koekjes van rijstmeel, gescheiden door gedroogde en met zout bestrooide rijstmeelkluiten en overdekt door een papperigen koek van in water gekookt rijstmeel, liggen. Boven op dit pakje legt men nog sanggoel d.i. een welriekend gra9 (andrapogon sehoenanthum) banebane-bloemen, betelbladeren en een arecanoot (pining).