zicli tegenover den persoon, wiens ziel beloond wordt, op de hurken neder, maakt met toegespitste lippen een kussend geluid en zegt: ,,Zie, dit is de belooning, die onze ziel u brengt, de belooning tot voorspoed, de belooriing tot ongedeerdheid, opdat uwe ziel hard en voorspoedig zij en ongedeerd en sterk. Verre zij van u het booze voornemen eens menschen, verre de booze plannen der booze geesten. Verre zij de b e g u sim or a 1 a (booze geest, die een oorzaak tot kwellen heeft) en de begu sibalungun (eenzaam rondwarende booze geest), verre ook elke valstrik of aanstoot op uwen weg, verre elke kuil, die u ten val zou kunnen brengen. Dit is de geest onzer moeder, de geest des geluks en der gezondheid, de geest onzer kinderen, de geest des geluks en der gezondheid. Dit is de geest van ons huis, het de dapperheid omvattende, beschermende ai zijne bewoners, en dat steeds wenkt, wenkende inkomsten te komen van het oosten, van het zuidoosten, van de tusschenruimten der acht hemelstreken 1 ), wenkende hun weg om te komen, verstoppende hun weg om te gaan. Dit is de geest onzer haardstede, de droge en warme in den hoek ; in een hoek gedrongen (d.w.z. uit den weg geruimd) worde alles, wat onheil berokkenen kan. De geest van onze haardsteden is dit, die onophoudelijk roept (om brandstof en spijze om te koken) en steeds aangeroepen wordt door gelukkige zonen en dochters (om hun voedsel). De geest van ons bord is dit, het heldere van klank en vaststaande op zijn plaats. Zoo zij ook helder uw zien (d.w.z. wees vrij van ongeluk), klaar als de dag, vriendelijk lichtend als de maan en klaar als de mond van de bron. Heilig bevestig ik (deze .wenschen), bevestigd mogen u zijn de geboren

1) Van het geheele wereldrond.