mij zeer moeten vergissen, wanneer niet in de eerstvolgende jaren de groote trek zich naar Toendjoeng-rëdja richt. De menschen wachten feitelijk de vestiging van Br. v. d. Spiegel aldaar af; want, — en dit is een verblijdend teeken, — door de besten wordt een geregelde geestelijke verzorging en geregeld onderwijs voor de kinderen, op prijs gesteld.

Aangenomen werden: 78 jongelingen, d.i. 32 meer dan in 1905. Met het oog op hetgeen ik in mijn vorig verslag mededeelde daaromtrent, kan dit geen verwondering baren.

Het gemiddeld aantal kerkgangers bleef stationair: 1965. Daarentegen nam het gemiddeld aantal avondmaalgangers iets toe: 1276 in '06 tegen 1218 in '05.

Ingezegend werden 41 huwelijken; drie minder dan in '05. Eén huwelijk moest ontbonden verklaard worden.

Onder de 31 volwassen personen, die na belijdenis des geloofs door den Doop in de gemeente werden opgenomen, tellen wij drie melaatschen, in liet ziekenhuis verpleegd. Eén van hen verlangde zeer naar den Doop ; maar leeren kon hij niet; alleen nazeggen: het „Onze Vader", de geloofsbelijdenis, en de 10 geboden. Volgens den voorganger was hem de melaatschheid ,,in het hoofd geslagen." ±je beide anderen hadden goed geleerd. Op mijne vraag, of zij ook Christen zouden worden, wanneer zij wisten, dat zij naar hun desa zouden moeten terugkeeren, gaven zij, zeer oprecht, een ontkennend antwoord. En ook de anderen, die reeds Christen waren, stemden daarmee in. Laten wij de menschen niet hard vallen : Z^e zijn niet opgewassen tegen de groote macht van de gemeenschap. Hier gevoelen zij zich veilig, en weten zij, dat zij Gode mogen dienen, naar het licht, dat Hij hun hier schonk.

Over de opname in de gemeente Soembër-gon<,lang