jaar door mij geschreven werkje: „Leerplan en Methode bij het Inlandsch Onderwijs" 1 ), waarin gang en inrichting uitvoerig zijn uiteengezet. De uitgebreide school te Madja-warna (14 klassen met 28 „afdeelingen") biedt een eenig proefveld voor den ontwerper van een methode van onderwijs en voor de leerlingen der Kweekschool, die in de toepassing moeten worden geoefend en — naar ik zeer hoop — volgens de hier onderderwezen beginselen later zullen onderwijzen. Het geheele onderwijs is nu volgens een vast plan in elkaar gezet en vormt één geheel door de aansluiting der verschillende leervakken. Yooral voor a.s. Inlandsche Onderwijzers is het voorloopig zeer noodig, leerstof en metuode nauwkeurig te bepalen. Ook op dit gebied, waar het Corps Inlandsche Onderwijzers over 't algemeen nog niet tot het doen van een zelfstandige keuze in staat is, worden velen door allerlei ,,wind van leering" meegevoerd, zoodat het zeer wenschelijk is, den leerlingen een vaste basis te geven, waarop zij bij verdere ontwikkeling zoo mogelijk zelf kunnen voortbouwen. Ik ben eenigszins uitvoerig over dit punt, omdat sommigen —- de Inlandsche Onderwijzers beoordeelend naar de collega's in Europa, waar 't onderwijs reeds een heele geschiedenis achter zich heeft, — zullen meenen, dat door 't streng afbakenen der lijnen van Leerplan en Methode (waarbij' echter plaats blijft voor verwerking "volgens persoonlijke opvattingen en individueele neigingen !) de vrijheid van den Inlandschen onderwijzer bij zijn onderwijs onnoodig wordt aan banden gelegd. Ten slotte nog de opmerking, dat bedoeld leerplan °P de groote school te Madja-warna en op de kleinere 111 andere desa's wordt toegepast. Geregeld toezicht is

1) Uitgave van G. C. T. van Dorp, Semarang.

10