heel gemoedelijk en hartelijk lachend ingelicht, en gezegd : „Weest maar niet bevreesd, Gód noemen ze hun Vader. Maar Hij is ons aller Yader, want Hij geeft regen en zonneschijn, opdat onze rijst gelukke."

Papa i Woente gevoelde zich op dat feest tegenover al die nog huiten staande hoofden de voorlichter. En zijn woord werkte goed. Maar 't leerde mij weer opnieuw, dat we niet te eenvoudig kunnen zijn in onze prediking. Hoe vaak zullen we toch niet verkeerd begrepen worden!

De prediking ging kalm haar loop. Er wordt door de geregelde bezoekers goed geluisterd. Eens sprak ik over de gelijkenis van het groote avondmaal Lus. 14 : 15-24. Ik vertelde hoe de genoodigden niet konden komen op dat feest, omdat ze akkers en ossen gekocht hadden, omdat ze een vrouw getrouwd hadden. Zoo echt verontwaardigd viel een oude vrouw mij in de rede, zeggende: „allemaal leugens; wie zou niet naar een feest gaan." Die man had best te zamen met zijn vrouw naar 't feest kunnen gaan, dat doen wij hier ook." Over den akker en de ossen zweeg ze maar, want een Toradja kan zich zelfs niet eens indenken, dat een akker en ossen vóór een feest zouden gaan.

Ons Kerstfeest is dit jaar zeer goed geslaagd. De tien goeroefamilies waren zes dagen onze gasten. Het gansche jaar zitten ze op eenzame posten. Geen wonder dat zoo'n samenzijn een ware verkwikking voor hen is. Ruim 150 schoolkinderen plus evenveel hunner familieleden bleven ruim 2 dagen te Posso. We openden onze feestweek met het vieren van het Heilig Avondmaal. We sterkten ons door den dood des Heeren te gedenken. ,,Hij stierf voor mij", dat is toch de veer der zending.

24 Dec. hadden we op ons erf een kerstboom, die