een stellage. Boven aan stond geschreven: lk ben met u en lk zal u behoeden overal. Die woorden waren verlicht Op de trappen plaatsten zich 12 jonge meisjes in 'twit met vleugels, terwijl onder aan, op een steen, een jongeling, zoon van Majoor Suppel lag te slapen, 't Was de ladder Jakobs. Alles moest verlicht worden door Bengaalsvuur. Jammer dit laatste mislukte, zoodat een groot deel van 'teff'ect verloren ging. Daarom moest de tweede voorstelling binnenshuis geschieden. Negen jonge meisjes plaatsten zich in een kring, en voor deze namen drie andere plaats voorstellende: geloof hoop en liefde. Zij die het geloof voorstelde stond een kruis omklemmende, de hoop knielde met een anker in de hand, terwijl de liefde met een hart in de hand, zat. Nu zong het negental dat rondom dit tableau stond in 't Hollandscli een lied op geloof hoop en liefde, begeleid met de viool, die bespeeld werd door den oudsten zoon van den Majoor van Toulimambot. Die voorstelling was inderdaad indrukwekkend, en het gezang klonk liefelijk. Er ontbrak letterlijk niets aan. Allen die het zagen en hoorden waren getroffen. Om 9 uur was er een feestdisch waaraan ruim 69 personen aanzaten, zoowel Europeanen als districtshoofden. Daar werd menig goed waardeerend woord gesproken. Daags daarop keerden alle Europeesche gasten terug, dankbaar voor het genotene.

Den volgenden dag n.1. 1 November was des middags om 1 uur nog een maal - een feestdisch, doch nu voor de negerij hoofden hulpzendelingen - onderwijzers enz. allen met hunne vrouwen. Natuurlijk zat de jubelaris mede aan met zijn gezin en Br. Langevoort, die gebleven was. Dat er aan dien disch menige toost werd uitgebracht behoeft niet sezeerd te worden. De Minahassa is nu eenmaal O O welbespraakt. Daarbij Br. Rooker zal als te midden zijner kinderen, die hem liefhebben. Dit feestmaal eindigde