werd noodig geacht, reeds sedert 1908 niet meer gemeenschappelijk werden beoefend, wijl de Christenen toen reeds voldoende geoefend waren zulks voor persoonlijke rekening voort te zetten.

Van deze opheffing der „V ereeniging" — waartoe ook volmacht van het Hoofdbestuur der N.Z.V. werd ontvangen — werd op de gebruikelijke wijze kennis gegeven aan den Gouverneur-Generaal en aan den Directeur van Justitie. Aan deze kennisgave wterd toegevoegd de mededeeling, dat de te Tjiderès bijeenwonende 80 Soendaneesche Christen-huisgezinnen voortaan wenschen voort te leven als Gemeente van Jezus Christus, door Hem verwekt en geestelijk verzorgd middels den arbeid der Ned. Zend. Vereeniging, gevestigd te Rotterdam.

Eenige maanden na het inzenden van bovenbedoelde mededeelingen, ons Hoofd van Plaatselijk Bestuur en onzen President van den Landraad raadplegende, verzekerden beide Gouvernements-Ambtenaren dat op mijn schrijven aan den Gouverneur-Generaal en aan den Directeur van Justitie, wijl alleen mededeelingen bevattende, geen antwoord behoefde te worden verwacht. Tevens zouden beide heeren nader overwegen wat nu verder gedaan moest worden om de vier „stroopoppen" van dien blaam te ontheffen en onze gemeente te verzekeren van haar grondbezit. Gevolg hiervan was dat ons Hoofd van Plaatselijk Bestuur op 2 Febr. 1920 eene vergadering belegde ten huize van onzen Assistcnt-Wedana. Benevens onzen Assistent-Resident als Voorzitter en onzen Controleur als Secretaris, waren in die vergadering bijeen: onze Pati als vertegenwoordiger van den Regent; de Wedana als Hoofd van het district; onze Assistent-Wedana, Hoofd van het onder-district; alle hoofden van de vier Mohammedaansche desa's, waarbinnen onze Soendaneesche Christenen wonen, benevens onze vier Soendaneesche Kerkeraadsleden met ondergeteekende als hun voorganger.

Volgens opdracht hadden de vier Mohammedaansche desa-schrijvers medegebracht hunne respectieve „Desa-leggers", in welk vier dikke folianten vermeld staan de namen enz. van alle binnen de respectieve desa wonende grondbezittenden en andere belastingplichtigen.