't Is onmogelijk in een korte aankondiging als deze, den veelzjjdigen inhoud weer te geven. In een achttal hoofdstukken bespreekt L. den nood van het Oosten, de waardeering van het leven, opvoeding, school, onderlinge verhouding der geslachten, lage positie van de vrouw, verhouding van den Inlander als gekoloniseerde tegenover den koloniseerenden Westerling [in Hoofdstuk: The Vineyard and Naboth (!!)], 't rassenprobleem en geeft aan hoe z.i. er een oplossing van veel moeilijkheden kan gevonden en een nieuwe „commonwealth" kan gebouwd worden, n.1. als er is „an international organisation to represent the conscience of the world" en als iedere Europeaan, die naar de volken van het Oosten gaat, zich bewust wordt van zijn groote verantwoordlijkheid. Dit alles verduidelijkt door"veel, vaak treffend en ontroerend feitenmateriaal.

Na lezing komen wij wel zeer onder den indruk, dat Zending moet zijn realiseering van de Christelijke levensbeginselen en niet alleen het prediken ervan.

„Het Woord is vleesch geworden". Zoo moet ook ons woord, geboren door het leven van het Woord, daad zijn. En onze daad vertolking van ons woord. Zoo zullen wij zien, dat de sociale taak in ons land ook is Zendingstaak. Heel ons leven „Missionsthat". M.i. zou het zeer aan te raden zijn, dat de Z. S. R. 't recht van vertalen aanvroeg. Dit boekje in Hollandsche vertaling en ontdaan van z 'n Engelsche eigenaardigheden, is, meen ik, zeer geschikt om in arbeiderskringen behandeld te worden en 't zal zeker niet nalaten Zendingsbelangstelling te wekken. „Indeed it is not „foreign Mis■sions" in any common sense for which we appear, but for the full Mission of a Church of which important members have hither to been lamed or atrophied. We don't appear for the Church as it is, but for the Church as it may be; we don't advocate our own theories of partisanships, we bid men follow Jesus Christ. Those who follow Him, even in the social jungle of the modern world, will never lose the way".

Welsum (bij Deventer), Januari 1921. J. J. STAV.

Een Inleiding tot de Javaanse hMohammedaansche Mystiek.

H. K r a e m e r, Een Javaansche Primbon uit de 16de eeuw. Inleiding, vertaling en aan teekeningen.

Onder den al te bescheiden titel „Een Javaansche Primbon uit de zestiende eeuw" schreef de heer H. Kraemer een proefschrift.