zen de dat verbanning volgen zou op zijn verzet, trachtte hij uit de gevangenis te Rante Pao te ontvluchten, welke poging hij met zijn leven betalen moest. De rust in de Toradjalanden was teruggekeerd.

Bevolking.

Omtrent zijn afkomst is de Toradja geheel in het onzekere. Vermoedelijk behoort de Toradja tot de Maleisch Polynesische stammen, hoewel het niet mogelijk is na te gaan, vanwaar de eerste bewoners kwamen. Dit is vermoedelijk uit het Noorden gebeurd. De woningen worden namelijk steeds Noord-Zuid gebouwd, ofschoon omtrent dereden hiervan geen verklaring gegeven kan worden. Over het algemeen is de bevolking krachtig gebouwd, terwijl men veel fijn besneden typen aantreft.

De gemiddelde lichaamslengte van de mannen is 1.65 M., die der vrouwen 1.55 M. De k 1 e e d i n g is al zeer eenvoudig. Voor de mannen een tusschen de beenen doorgehaalde en om de lendenen gewonden doek (pio) en een wijde sarong (samboe). Deze sarong verlaat hem nimmer en dient zoowel tot kleeding als tot deken. De vrouwen dragen een sarong en een baadje. Bij het werken in de sawah of bij het bezoeken van de passers tevens een kort spanbroekje. Dit mag echter niet als een bewijs van zedelijkheid opgevat worden, want niets is minder waar.

Zoowel mannen als vrouwen dragen het haar lang. Bij de mannen worden de haren door middel van een touw (tali pakkaridi') bij elkaar gebonden. Dit touw is voor jongelieden van bamboebast gedraaid, voor ouderen van rotan, boombast enz. De vrouwen dragen het haar in een wrong gedraaid op het achterhoofd.

Kinderen blijven tot hun zevende jaar ongeveer spiernaakt rondloopen. Bij het intreden der puberteit krijgen "3e meisjes een broek. Zinnelijk als de bevolking is en dank zij het hoogst vrije verkeer tusschen jongens en meisjes, zijn zij beter op -de hoogte van verschillende geslachtsfunctiën dan wel wenschelijk is.

Omtrent de afstamming bestaat de volgende