vrouwen uit een andere negeri en worden de vrouwen in zulk een geval gestraft met verbanning uit haar geboorteplaats e.d. Schrijver voelt ook de onbillijkheid daarvan en zegt bovendien, dat er op die wijze een tekort aan mannen in de negeri ontstaat, met het gevolg dat er vele gevallen van veelwijverij voorkomen, niettegenstaande de moderne begrippen zich daartegen verzetten.

In hetzelfde blad van 23 Nov. komt Gasanger met klem op tegen het adatgebruik om de jongens en meisjes reeds op het 7de of 8ste jaar te verloven en op jeugdigen leeftijd te doen huwen.

In „Sora Merdika" van 6 Dec. wordt door middel van een ingezonden stuk medegedeeld dat het plan bestaat om te Randoeng een weekblad voorde Soendanees c h e v r o u w uit te geven onder den naam: „Gentra Istri" (De stem der vrouw).

In het nummer van 8 of 10 Dec. van „Boedi Oetomo", Maleische uitgave, wordt de wensch uitgesproken dat de echtgenooten van de leden der vereeniging het voorbeeld zullen volgen dat in de Sarikat Islam is gegeven en haar manr.en haar onmisbaren steun zullen geven. Verbeteringen in de positie der vrouwen zullen slechts tot stand komen, als de vrouwen er zelf om vragen.

In „Boedi-Oetomo" (Ned. uitgave) van 28 Dec. komt N, G. op tegen een artikel in het Soer. Handelsblad, waarin aan de vrouw wordt verweten dat zij den man van de arbeidsmarkt verdringt, minderwaardig werk levert enz. Schrijver wijst er op, dat de Javaansche vrouw nog wel lang aan het huwelijk de voorkeur geven zal boven het werken iii de vreemde wereld, maar dat de verhoudingen in de gemeenschap veranderen, zoodat zij niet meer tevreden kan wezen met de hulp die familieleden bieden en een eigen bestaan moet zoeken. Verder wijst zij op een soort vrouwenarbeid, waar de man volstrekt niet tegen opkomt, Javaansche vrouwen, die al vroeg zwaar beladen langs den weg loopen, de kain-verkoopsters, vaak vrouwen van adel, \rouwelijke koelies enz. En ook in het huisgezin moet hard gesloofd worden, daarover zwijgt men gewoonlijk maar. Er