of de stof aanvankelijk begrepen en vastgehouden werd. Dan volgden twee of drie repetities over deze stof, maar daarbij zorgde ik altijd dat mijn vragen op eenigszins andere wijze waren ingericht, zoodat geheugenwerk geen dienst kon doen. Zoo werd de zaak van alle zijden bekeken. Deze methode werd bij alle vakken gevolgd en het was mij steeds een vreugde, wanneer ik kon merken, dat de jongelui vooruit gingen in nadenken.

De meeste bewijzen van dit nadenken zijn niet opvallend, en de moeite van het meedeelen niet waard. Ik vergeet ze ook spoedig. Maar een paar gevallen, die mij nu te binnen komen, wil ik u niet onthouden. Ik had op de aardrijkskundeles gesproken over het vredespaleis in Den Haag en de bedoeling er van. Toen deed ik de vraag, waarom men er wel toe gekomen zou zijn om deze inrichting in een klein land als Nederland te plaatsen. Op zulke vragen moeten de leerlingen hun antwoord even opschrijven. Nu hadden drie hunner tot antwoord: Omdat de groote rijken Nederland als hun Benjamin beschouwen. Zeker een paar jaar vroeger had ik bij de geschiedenis van de zalving van Saul tot koning over Israël als een teeken van Samuels wijsheid opgemerkt, dat hij een man uit Benjamin zalfde, omdat deze stam als de kleinste niet den naijver van de andere stammen opwekte. Hiermede is bovenstaand antwoord verklaard, en ik behoef u nauwelijks te verzekeren dat het mij verheugde.

Nog een voorbeeld: Ik sprak over Paulus' houding tegenover de Christenen uit de Heidenen, en dat hij, ofschoon hij er voor zichzelf geen kwaad inzag, toch aanraadde om niet van het vleesch te eten der geslachte offerdieren. Ik deed toen de vraag, waarom Paulus het eten er van toch zou hebben afgeraden. De antwoorden van twee luidden ongeveer : Omdat de Christenen langs dezen weg weer gemakkelijk tot het Heidendom zouden terugkeeren. Het was niet wat ik bedoelde, maar dit antwoord getuigde toch van nadenken. Aan die twee stond de geschiedenis van Daniël en zijn vrienden voor den geest, die weigerden van 's Konings disch te eten. Naar aanleiding van dit verhaal had ik de opmerking gemaakt, dat ook vormen hun waarde hebben, vooral voor Christenen, die in een niet Christelijke omge-