Kar o-B a t a k s nog altijd zoo achterlijk zijn en of zij nog altijd den scheldnaam van „gestaarten Batak" willen dragen.

In een volgend nummer stelt Pangarihi dezelfde vraag en geeft hij het antwoord, dat het komt door het gebrekkige onderwijs; men begrijpt er nog niet volkomen het nut van.

In „Pemberita" van 24 Jan. zet Marco uiteen, dat I slamisme en communisme niet samengaan, o.a. omdat van Karl Marx wordt getuigd, dat hij niet aan God of Gods macht gelooft. Ten slotte zegt hij dat de voorzitter van de Katholieke partij in Ned.-Indië L. J. M. Feber, verklaarde, dat het socialisme den inlander slechts van buiten verovert en alleen het Katholicisme hem volkomen zal bevredigen. Schrijver trekt daaruit de gevolgtrekking, dat de Katholieke godsdienst in het socialisme zit en dat in het socialistisch uiterlijk de bedoeling zit de inlanders naar den Katholieken godsdienst te sleuren. Hij verklaart zich bereid zoowel in openbare als in gesloten bijeenkomst over de kwestie te debatteeren.

In „Pemberita Makassar" van 21 April vindt men een verslag van de eerste vergadering van inland'sche Christenen, die belegd werd doOr het nieuwe hoofd, de heer Poat, in de Protestantsche kerk. De leider dezer vergadering deed een beroep op de verschillende inlandsche Christenen om samen te werken en verschillende verplichtingen na te komen. Door tal van personen werd het woord gevoerd, o.a. werd gevraagd of de heerendiensten niet konden worden afgeschaft.

In „Sinar Hindia" van 2 Mei wordt meegedeeld dat het praatje liep, dat de geest Sri Ratoe Kidoel aan den Soesoehoenan van Solo een mensch zou hebben gevraagd om als offer te dienen bij een huwelijksfeest, het moest iemand zijn die een begraafplaats kwam bezoeken. In verband daarmede durfde men nu geen begraafplaats meer bezoeken.

II. ONDERWIJS.

In „Neratja" van 28 Febr. 1921 zegt Soekelan, een van de leden yan het hoofdbestuur van de P. G. H. B., partijgenoot