gelégd, toen een longontsteking hem op het ziekbed wierp. Na een Zeldzaam rijk en schoon leven is hij ingegaan tot de rust van het volk Gods. De vrucht van zijn levensarbeid echter is niet verloren en zijn gedachtenis zal tot zegen blijven.

De Deensche Zending. — Den i7en Juni 1921 heeft het Deensche Zendings-Genootschap zijn honderdjarig bestaan herdacht. De geschiedenis kan men in drie deelen onderscheiden: 1. de eerste veertig jaren, een tijd van zoeken naar het rechte werk, dat eindelijk gevonden wordt; 2. gedurende 30 jaar de ontwikkeling van het werk op één bepaald arbeidsveld; 3. ten slotte de verdere ontwikkeling met uitbreiding van het werk op een tweede arbeidsveld.

De Deensche Zending werkt in Engelsch-Indië en in China. In Indië heeft' zij thans 11 zendingsposten met 16 (gehuwde) zendelingen en T3 vrouwelijke zendelingen, 2981 Christenen (1038 lidmaten), 66 scholen met 181 leerkrachten en 2686 mannelijke en 1231 vrouwelijke leerlingen, 9 geordende inl. predikanten, 53 evangelisfen en 28 bijbelvrouwen.

In China heeft zij 12 zendingsposten, 25 zendelingen, 22 zendeling-vrouwen en 19 vrouwelijke zendelingen, 2094 Christenen, 1371 leerlingen op 43 scholen, 1 geordende Chin. leeraar, 152 Chin. helpers (w.o. 36 vrouwelijke).

De ontvangsten bedroegen in 1919 meer dan één millioen kronen, in 1920 stegen zij tot 1.800.000 kronen.