hij thuis hoorde, goederen, die niet nat mochten worden, per stelt overgebracht worden als het water erg hoog was. Men hing die goederen dan aan het hoofd.

Touwtrekken bleek hier ook niet onbekend te zijn.

Den geheelen dag en des avonds is 't levendig in de kampong. Er zijn hier heel wat kinderen. Van de 225 inwoners zijn er 125 kinderen; op de 30 echtparen gemiddeld 3, want er zijn nog aangenomen kinderen en kinderen van weduwen en weduwnaren. Voor N.-Guinea is de verhouding 3 kinderen op 1 echtpaar al heel mooi. 't Deed me genoegen in het Doopregister een echtpaar te mogen inschrijven, dat met 5 kinderen toetrad.

Behalve de levendigheid door de kinderen, is er den geheelen dag een heen en weer trekken langs de goeroe-woning van de vrouwen, die naar de tuinen gaan, of die brandhout halen.

De kampong bezit ook twee goede waterputten. Die putten zijn ook de moeitte van het bezichtigen wel waard. Een vrij dikke boomstam van duurzaam hout is uitgehold en als koker in den grond gewerkt. Hierdoor wordt het verzanden van de put voorkomen en aangezien de koker ook ongeveer 1 M. boven den beganen grond uitsteekt, valt er niet zooveel vuil in, als anders 't geval zou zijn. Yan den morgen tot den avond staat het niet stil van vrouwen, die hun bamboekokers aan de putten komen vullen.

En de levendigheid wordt nog zeer bevorderd door de Papoea's van elders, die hier sago komen verkoopen. Men voelt hier blijkbaar veel voor gekleurde borden, 't Is imitatie oud-Chineesch, maar toch nog vrij kostbaar. In de huizen ziet men de sago-pap en ook ander eten op borden, die toch allicht 4 a ƒ 5.— per stuk kosten.

Er is nog meer te kijk. Eenige groote casuarissen, die hier van klein af gekweekt zijn, vermaken het publiek met hun dolle sprongen en komen ook nieuwsgierig de beide vreemdelingen opnemen. Vooral mijn schoenen werden eenige malen met intense aandacht bezichtigd. Een bizonder groote en mooie casuaris wordt in een hok bewaard. Deze sinjeur heeft eens met zijn kolossale nagels een varken den buik