dat zij, die op oudere leeftijd Hollandsch leeren, de leerlingen der lagere klassen kunnen inhalen door hun meer ontwikkeld venstand en door hun energie.

Naar aanleiding van een toespraak van den heer Van Gennep, waar hij zich niet mede vereenigen kan, schrijft „Soerya" in „Neratja" van 20 Juni: „Toen de Europeanen de eerste maal het anker uitwierpen voor de kust van Java, vonden zij het verval van M a t a r a m en Modj opahit reeds begonnen. Tijdens de daaropvolgende heerschappij van Europeanen verkeerden de Indiërs in een toestand van bewusteloosheid» maar het bewustzijn keerde weder en een nieuw volk, het Indische van thans, werd geboren, echter met behoud van de Aziatische gevoelens. Dit nieuwe volk heeft de kiemen in zich voor eene nieuwe beschaving, welke ten slotte even hoog zal staan als de tegenwoordige Europeesche. Deze Indiërs vormen een nog jonge natie met de goede hoedanigheden en de feilen aan jongeren eigen; zij houden van degenen die gemeenzaam met hen omgaan, maar kunnen hun drift niet bedwingen in den strijd tegen personen die hen minderwaardig noemen".

In „Soeara Kaoem Boeroeh" (een nieuw blad) staat in het eerste nummer van 15 Juli een artikel van P. Sastromihardjo, getiteld: Voorheen en thans, waarin hij eene vergelijking maakt tusschen de kastenverdeeling in het Hindoe-tijdperk, toen het overgroote deel van het volktot de soedera werd gerekend en verdrukt werd door de drie kasten, die boven hen stonden en de maatschappelijke verdeeling van thans, waarbij de overgroote meerderheid van het volk, de arbeiders, nóg zwaarder verdrukt wordt dooide kapitalistische werkgevers.

De redactie van „Oetoesan Hindia" neemt in een Augustus-nummer uit Boedi Oetomo een bericht over betreffende een vereeniging in het district Kroja Banjoemas, onder leiding staande van een Mohammedaansch geestelijke, Kiai Sentono, naar wien de Ver. „S en -to.no Ver." is genoemd. De leden erkennen geen persoonlijke bezitsrechten, zelfs de vrouw wordt als algemeen bezit beschouwd. Arbeid wordt door hen slechts verricht wanneer zij van de dringende noodzakelijkheid daarvan worden overtuigd. De sawah-