nam, meende het (Ber. U. Z. V. 1868, No. 12), dat de toen op Nieuw-Guinee aangekomen Woelders 1 ) de aangewezen man was om de opengevallen plaats in te nemen en de ongetrouwde Rinnooy zou hem dan ter zijde kunnen staan. De uitvoering van dit plan stuitte echter af op Woelders' onwil. Deze wenschte niet te bouwen op eens anders fondament (Rom. 15:20), maar wilde een nieuw terrein en koos zich daartoe uit Anday, een plaats nog geen drie uren verwijderd van de oude zendingsposten Mansinam en Kwawi (Doré). Hier heeft het echtpaar Woelders gearbeid tot 1892. Hij vestigde zich hier in de hoop, dat de bergbevolking zich om hem heen zou verzamelen. Hij vond er eenige van het eiland Noemfor uitgeweken Noemfooren 2 ), benevens een kleine nederzetting bergbewoners, die zich hier dicht bij de kust gevestigd hadden, voornamelijk om den tusschenhandel in paradijsvogels. Zoo nu en dan was de bevolking wat meer, dan weer minder, maar de hoop, dat de bergbevolking in grooten getale zich op den zendingspost zou vestigen, is nooit in vervulling getreden. Anday is ook later altijd een moeilijke post gebleven, die heel veel eischte van het geduld en uithoudingsvermogen van den met dezen post belasten zendeling. Mevr. Woelders bereikte mooie resultaten met het onderwijs, dat zij aan haar pleegkinderen (vrijgekochte slaven) en enkelen uit de bevolking gaf.

Toen Woelders Anday boven Meos War verkoos, was dit mede om de overweging, dat de Zending meer kans van slagen zou hebben onder een landbouwende bevolking dan onder zeevarenden en handeldrijvenden.

In plaats van Woelders werd nu Rinnooy aangewezen om het werk op Meos War op zich te nemen. Zijn ervaringen

1 ) Willem Hendrik Woelders, geb. te Amsterdam, was als banketbakker werkzaam bij den heer Beekman, die door Jan] Ligthart in zijn Jeugdherinneringen (blz. 140 e. v. v.) geroemd wordt als Zondagsschoolonderwijzer. Hij was eerst kweekeling bij het Ned. Zend. Gen., verliet dit om richtingsverschil, huwde met Ëlisabeth de Vries uit Leeuwarden. Aanvaardde in 1868 zijn werk op Anday, waar hij tot zijn dood in 1892 bleef. Was van 1878—1880 in Nederland

2 ) Papoea's zagen er niet tegen op iemand te dooden buiten den stam, maar iemand binnen de familie of binnen den stam te dooden was verkeerd. Gebeurde het door ongeluk of door drift, dan werd de dader buiten de familie gebannen, moest zich elders vestigen. Zulke uitgewekenen waren het, die Woelders op Anday vond.