het opdreunen van zijn formule zet men de kisten n?et neer, doch houdt deze in de handen, vrij van den grond. De goeroe nadert, neemt een sirihblad in zijn hand waarin kalk en pinang en roept nu, onder doodsche stilte der aanwezigen, de namen der dooden af, terwijl hij het pruimgerei tusschen een rotanstrop van één der pakken- klemt. Zich met beide handen vasthoudende aan de stelling, waarvan het vloertje hooger ligt, dan zijn hoofd is, staat hij, schuddende en zwaaiende met het hoofd, zijn formule op te dreunen, en eentonig klinkt het door de doodstille ruimte bij het rose damarfakkellicht:

ooo, N. N. die en die, rus en zoo, vader van deze, enz. enz., neem je pruimgerei en loop over de witte steenen

(a oepetoeka 2 mewatoe liali) loop over den regenboog metete ndoro oeE splijt het vuur vaneen mesila rooroo api ga door het loeien der vlammen peoene mokonoenggoe ga naar boven a oetealo mbone vaneen scheurend het brullen wosikio rooroo splijt den hemel vaneen wotakio lahoeEne ga dan door a oepe'alokee ga dan middendoor koemali mendonga en ga naar het zielenland a oepe'oneako oloea me'ita ga dan zitten, vouw beide beenen a oeperehoeako, aoe pe'epa'ako naar één zijde open dan het eigenlijke leven a oehoenggei toro mbopaino wacht daar op ons a oendoeokokai wijs met uw middelvinger tongiso mendongai zie op ons neer a oetitirokai doe ons bij elkander wonen pokombewowonoeakai laat ons rijsttuinen maken a oepokopondaoekai maak ons koel a oepokomirinikai maak ons gezond a oepokodoepekai

De laatste regel wordt door allen meegeschreeuwd, terwijl onder groot kabaal men het vloertje van de stelling, waarop de pakken met dooden liggen, wat laat zakken, om daarna de dooden in de opgeheven kisten te leggen. Hierbij ontbreekt alle piëteit en men stopt en stampt de pakken erin, alsof een marktkramer en oud-kleerkoop zijn stalletje inpakt om naar huis te gaan.

De bezigheid van den goeroe van het afroepen der namen