wen krijgen opdracht van een paar mannen, om nu maar eens op te houden en nu begint weer de kringdans om de opgestelde kisten. Men begeleidt den dans met den zangvorm menani, daarna overgegaan op mosoesoea, terwijl de rondgaande ketel geestrijk vocht, zorgt, dat de kelen niet droog worden. Als bijzonderheid werd mij meegedeeld, dat vroeger de kring dansers om de kisten op dit tijdstip een gesloten kring moest zijn, terwijl hier nu niet op gelet werd.

Den ganschen nacht wordt zoo wakende doorgebracht, terwijl den volgenden dag weer een of meer karbouwen worden geslacht, hetgeen trouwens eiken dag is gebeurd. Den ganschen dag viert men weer even lustig feest. Het fijnhakken van de hoekobladeren voor vermenging van het karbouwenvlecsch wordt nu onder zang en vroolijkheid gedaan door een groep vrouwen. Hiervoor zijn een paar matten op den huisvloer gespreid, daarop liggen een paar balken, die als hakblok dienst doen, terwijl er naast een paar manden met hoekobladeren gereed staan. Deze manden zijn zooeven gevuld uit den grooten voorraad bladeren, die opgestapeld ligt op een klein zoldertje in het huis. Zijn de manden leeg, dan klimt iemand naar boven en werpt ze van boven af weer vol. De vrouwen plaatsen zich nu bij de balkjes, die op de mat gelegd zijn, nemen een klein kapmes ter hand en het fijnhakken begint. Andere vrouwen zitten erbij en leggen de bladeren netjes op elkaar en maken er bosjes van, die de hakkende vrouwen gemakkelijk kunnen omvatten en hen dan ook zoo kant en klaar worden toegereikt, wanneer een bosje in hun hand is opgehakt. Dit alles wordt opgeluisterd door het eentonige menani, dat telkens wordt onderbroken door gegil en geschreeuw, zoowel van de bezige vrouwen als van belangstellende omstanders. Verder doet een man, gewapend met een ketel rijstebier geregeld de ronde, waardoor de stemming niet weinig wordt verhoogd. Opmerkelijk is hierbij, hoe de nog vrij kleine kinderen, bijv. vanaf 5- of 6-jarigen leeftijd al flink hun best doen, om den ketel te helpen ledigen.

Intusschen heeft men 9 kleine bosjes rijst samengebonden, op de wijze van een kree. De band van hoeko-bast gemaakt, loopt dus door langs alle 9 bosjes, welke men als een matje kan uitleggen. Deze zijn bij de kisten neergelegd en blijven