belangrijke vraagstukken komen te staan, daar de positie van den Inlandschen onderwijzer veel slechter geworden is; zij zijn door de bezuiniging steeds achteruit gegaan. Voorts memoreeren wij nog even de overdracht van het onderwijs aan de locale ressorten (zie Onderwijs) en ten slotte heeft de devaluatie haar grooten invloed laten gevoelen.

Tevens hoopt het blad, dat er een weg gevonden zal worden, om de P.G.B. (bond van hulponderwijzers) in de G.P.I. terug te brengen, opdat zij te zamen één front vormen.

In de Perbintjangan wordt er de aandacht op gevestigd van welk belang het zou zijn als ook de onderwijzers der particuliere scholen zich meer aaneensloten en dit niet alleen tot enkele plaatsen bepaald bleef. Zij kunnen niet opgenomen worden in de G.P.I., daar deze alleen voor gouvernementsonderwijzers is, maar zij kunnen te zamen toch ook een stevig front vormen, hetgeen niet alleen van belang is voor de onderwijzers, maar ook voor de leerlingen en de ouders.

ONDERWIJS.

De Onderwijsoverdracht.

De Kebangoenan geeft een beschouwing over het besluit van de Regeering betreffende de onderwijsoverdracht aan de locale ressorten. Zij wijst op de afwijzende houding van de nationalisten, die overigens voorstanders van de decentralisatie zijn, hetgeen bij een oppervlakkige beschouwing bevreemding wekt. Soetardjo beschouwt deze overdracht als een stapje dichter bij de zelfstandigheid. De afwijzende houding vindt wel hierin zijn oorzaak, dat zij vreezen, dat de locale ressorten niet over voldoende middelen beschikken om de scholen in stand te houden. Dit berust op de geheele economische structuur. Indonesia vormt economisch één geheel, door de verschillende invloeden, die daarop werken, kan zij niet in deelen gesplitst worden. De gewesten afzonderlijk achten zich dan ock niet in staat zich zeiven vooruit te brengen, omdat zij daarvcor het noodige geld niet bezitten. Dus volgens schr drage de Regeering er eerst zorg voor, dat het volksinkomen toeneemt, alvorens haar eenige zelfstandigheid toe te kennen.