in den Islam, maar dan een die zich openstelt voor indrukken van andere godsdiensten. Zoo is er dan ook onder de bevolking een vereeniging ,,tot het zoeken van de waarheid van den godsdienst" gesticht. Men wil zich op den godsdienst bezinnen en vraagt: „wat is de ware?" Dit is voor de Christelijke zending natuurlijk van veel beteekenis. Hier zijn belangrijke aanknoopingspunten. Maar verder is het nog niet gekomen.

J. R.

Zending in Zuid-Afrika. (I). — De zending is er ter wille van den inlander, placht Dr Adriani te zeggen. Van dit gezichtspunt moet de zending ook de invasie der Westersche cultuur beschouwen en de wetten, welke een koloniale regeering aan een volk oplegt, beoordeelen. Het kan daarom niet verwonderen, dat zij bijzondere belangstelling heeft voor het rassen-probleem in Zuid-Afrika.

In 1934 gelukte het den leider der nationale Boerenpartij, generaal Hertzog, een coalitie-regeering in het leven te roepen. en deze regeering heeft thans een poging gewaagd om sommige problemen van de verhouding der rassen tot oplossing te brengen. Dit was een geweldige taak. want er is wel geen land ter wereld, waar de rassen zóo scherp tegenover elkaar staan als in Zuid-Afrika. Behalve de anderhalf millioen blanken, voor de helft uit Engelschen en voor de andere helft uit Boeren bestaande, vindt men er zes millioen inheemschen (natives), die in. hoofdzaak tot het Bantoe-ras behooren, verder nog een half millioen kleurlingen, afkomstig van Hottentotten e.a.. en 200.000 Indiërs. Er is veel wijsheid voor noodig om aan een zoo gemengde bevolking leiding te geven. Het is gemakkelijk om critiek te oefenen op maatregelen der regeering, wat de Engelschen dan ook met vrijmoedigheid doen, maar het is moeilijk om te zeggen hoe het dan wel moet zonder den schijn van schromelijke oppervlakkigheid op zich te laden,

Van 1930 tot 1934 is een commissie bezig geweest met het ontwerpen van wetten voor de inheemsche bevolking; in een geelboek heeft zij haar beraadslagingen gepubliceerd. Daarna