zijn er twee wetsontwerpen gemaakt, een voor het kiesrecht en een voor het grondbezit. Over dat kiesrecht is in de laatste jaren veel te doen geweest. In de oude Kaapkolonie bezaten de inheemschen tot voor korten tijd het kiesrecht op dezelfde voorwaarden als de blanken. Toen de Kaapkolonie echter met Natal, Transvaal en Oranje-Vrijstaat in de Zuid-Afrikaansche Unie werd opgenomen, moest dit algemeen kiesrecht op eisch van de Boeren vervallen. Er werden zulke hooge eischen gesteld, dat slechts weinig leden van het Bantoe-ras daaraan konden voldoen.

De nieuwe kieswet wil geheel met het verleden breken. De Kaapkolonie mag niet langer een uitzondering vormen, maar voor alle. deelen der Unie moeten dezelfde bepalingen gelden. Als overgangsmaatregel mogen de inheemschen, die het hebben, het kiesrecht behouden tot hun dood, maar nieuwe inheemsche kiezers worden niet meer in de lijsten opgenomen. De Boeren, die bevreesd waren over eenige jaren overstemd te zullen worden door een massa half-geciviliseerde zwarten, hebben hierin hun zin gekregen.

Er wordt nu een representatie-systeem ingevoerd. In elk der vier provincies zullen de inheemschen het recht verkrijgen om één senator te kiezen, die in den Senaat dezelfde rechten zal hebben als de andere senatoren, maar die er inzonderheid voor zal moeten zorgen, dat de rechten der inheemsche bevolking niet gekrenkt worden. Deze vier worden gekozen door de hoofdlieden en vertrouwensmannen der inheemschen. Men lette er echter op, dat deze vier senatoren blanken zullen zijn, die het vertrouwen der inheemsche bevolking moeten hebben.

Van meer beteekenis is, dat de inheemschen uit de geheele Unie vereenigd worden in een raad van inheemschen, onder voorzitterschap van den minister voor aangelegenheden der inheemschen. Naast dezen komen opper-commissarissen uit de deelen der Unie, vijf in getal (een uit Transkei, het naturellenreservaat). Deze raad zal regelmatig samenkomen; alle wetten voor de inheemsche bevolking moeten hem ter beoordeeling worden voorgelegd en de raad kan zich rechtstreeks tot het Parlement wenden, maar hij heeft niet meer dan adviseerende beteekenis.

Het spreekt vanzelf, dat de meer-ontwikkelde inheemschen