Economische weerbaarheid.

In een der vorige overzichten hebben wij gememoreerd, dat de Algemeene Volkscredietbank wel aan haar doel beantwoordt en leeningen aan het volk verschaft, maar toch de sympathie van het volk niet heeft, daar zij geen philanthropisch karakter draagt en in sommige gevallen tot gerechtelijke vervolging overgaat. Ook in de Kebangoenan vinden wij een dergelijke beschouwing. De Bank als instelling om het volk economisch weerbaar te maken voldoet niet. Volgens schr laat de Bank zich al te veel door rentabiliteits-overwegingen leiden, let te veel op eigen belang, vermindert zijn credieten juist in tijden, dat het volk groote behoefte aan kapitaal heeft. Het gevolg is, dat het in handen valt van ā€˛particuliere" geldschieters. Schr stemt meer in met de werkwijze van het Departement van Economische Zaken, dat de productieve krachten van het volk wil ontwikkelen. Dit is vooral voor Java, waar de suiker als hoofdbron van inkomsten opgehouden heeft te bestaan, van groot belang. In de Buitengewesten wordt minder behoefte aan nijverheid gevoeld, daar er nog steeds vraag is naar rubber en copra en andere producten, die daar gekweekt worden. Maar voor de welvaart van Java is het van beteekenis, dat zij zelf producten gaan vervaardigen, die lager in prijs kunnen zijn dan de aangevoerde uit het buitenland.

Bovendien moet de positie van het volk op het gebied van import en distributie versterkt en in de Buitengewesten de export beter georganiseerd worden. Dit zijn de wegen tot verbetering der economische positie van het volk.

De prijsstijging der producten.

De Sinar Deli wijst er op, dat er momenteel op verschillende plaatsen op Sumatra onder de bevolking, zij het dan nog in geringe mate, door prijsstijging eenige verademing komt. Het blad richt nu een ernstige waarschuwing tot het volk, om niet terug te vallen in de oude fout de inkomsten, groot en klein, onmiddellijk te verteren, maar te leeren sparen voor kwade tijden.