door dat beeld trillen en het woord dan tot de vereischte klanken brengen, zooals de Westerling ze wil afbeelden.

Verder is het noodig de aandacht te vestigen op de eindklanken of uitgangen der woorden.

In tegenstelling met het Hollandsch, dat zich kenmerkt door de vele buigingen van den woorduitgang, is het Tooemboeloe'sch er zeer spaarzaam mee. Wij kennen slechts twee echte achtervoegsels en en an, terwijl wij behalve de tusschenvoegsels oem, im, in. een groot aantal voorvoegsels hebben. Alleen dit verschijnsel wijst al duidelijk aan, dat wij niet van een buigbaren woorduitgang houden, omdat wij groote waarde hechten aan dit deel van het woord. Bij verkortingen van namen nemen wij dan ook niet het eerste maar het laatste deel, bijvoorbeeld:

Pangémanan — Manan Kéwa'ilan — Ilan Pandégirot — Girot, Irot Pangkérégo' — Régo', Ego' Mandagi' — nDagi', Agi' Johannes — Anis Cornelis — Nélés, Elés

Maar de bijzondere waarde van dit laatste deel kunnen wij verder nog duidelijker zien. Bij woordvorming en samenstellingen laat het Tooemboeloe'sch dikwijls klanken wegvallen, maar het wil steeds den eindklank van elk woord en van elk toevoegsel of aanhechtsel behouden. Men zie de volgende voorbeelden van en-, an~, oem-vorm met de aanhechtsels mé (herwaarts), ma (derwaarts), mo (al, nu maar), de bezittelijke voornaamwoorden mai (ons, Mal.kami), mio (uw, Mal.kamoe), néra (hun) en de reduplicatie.

ali (brengen) stamwoord alin komt van ali-(e)n aliné van ali-(e)n~(m)é alinoma van ali-(e)n-(m)o-ma elep (drinken) stamwoord elepena komt van elep-enr(m)a melep is (oe)m-\ orm van elep melepa komt van (oe)m-elep-(m)a