en daar een paar enkelingen dat Evangelie aanvaardden. Zij gaven zich daarbij geen rekenschap van de ontzaglijke moeilijkheden, waarin deze eenlingen gebracht werden. Zij werden uitgeworpen uit hun kaste, werden onterfd, waren een bespotting voor allen, die hen zagen, menschen, die zich van hun nationaliteit hadden ontdaan door een ..Westerschen" godsdienst aan te nemen.

Door de Westersche gedeeldheid begon elke kerk op zichzelf, liefst daar waar veel menschen woonden en men meer bekeerlingen verwachten kon. De samenwerking is pas later geboren (pl.m. 1910). Van „zendingsstrategie" was geen sprake; hier had men een verzameling van zendelingen, in andere streken geen enkelen.

De tegenslag, of liever het gemis aan vooruitgang, deed naar bijzondere middelen omzien. Scholen van allerlei schakeering, ziekenhuizen werden gebouwd, maar dit groote apparaat stond niet in verhouding tot de kleine gemeenten, die men kon stichten. Als een axioma gold, dat de zendelingen zich vooral tot de hoogere kasten moesten wenden, en vooral den overgang der kasteloozen moesten tegenhouden. Van boven af zou het dan wel doorwerken naar beneden; maar dit is wel een van de grootste teleurstellingen geworden. De vriendelijkheid der Hindoe s zag men vaak aan als doorwerking van het Christendom. Het zendingswerk was steriel geworden.

Totdat men in dezen tijd ging begrijpen, dat men de massale bewegingen eens moest bestudeeren en dat men van bepaalde wetten gebruik maken kon. Nu werd een sleutel gevonden, en verrassend waren de gevolgen. Midden-Indië was tot 1933 steriel, maar sedert is er verandering gekomen. Groote massa's kwamen in beweging, waardoor het mogelijk is geworden het kerkelijke leven op te bouwen. Een ander voorbeeld is het werk onder de Balahis in de vallei van Nimoer. Daar waren in 1921 ongeveer 35.000 Christenen, maar het kwam niet verder. Sinds 1934 heeft men de positie in het licht der massale bewegingen bestudeerd en in 1935 werden er reeds 520 gedoopt, en in 1936 niet minder dan 1500. Tusschen 1923 en 1927 is een beweging onder de Bhila ontstaan, maar velen vielen weer terug, omdat er niet vol-