bolaAng mongondow.

Het verslagjaar kenmerkte zich door eenige onrust op schoolgebied. Sedert 1906 bestaat er tusschen het Mohammedaansche Zelfbestuur van het Landschap en het N. Z. G. een overeenkomst (de z.g. Soerat pradjiandjian) krachtens welke aan dit laatste het monopolie is verleend om het door het Landschap gesubsidiëerde onderwijs te verzorgen. Langen tijd heeft dit niet tot moeilijkheden aanleiding gegeven, maar sedert eenige jaren is de Sarekat Islam begonnen op verschillende plaatsen ongesubsidiëerde scholen op te richten, die hier en daar de zendingsscholen concurrentie aandoen, en in het algemeen aan militante tegenstanders der Zending welkome steunpunten bieden voor hun actie. Dit heeft er toe geleid dat de Resident van Menado stappen deed om bedoelde overeenkomst te doen beëindigen, en wij zijn, mede na raadpleging van den Zendingsconsul, van meening dat er onzerzijds geen reden is om "ons daartegen te verzetten. Welke invloed dit op den gang van onzen arbeid zal hebben, is op het oogenblik nog niet te zeggen, maar wij zijn van gevoelen, dat de Zending er niet bij kan winnen, wanneer zij vasthoudt aan regelingen, die hoe goed ook oorspronkelijk bedoeld, in het huidige tijdsgewricht aanvechtbaar blijken te zijn.

In het algemeen verkeeren wij overigens aangaande de toekomst van ons werk op dit terrein in onzekerheid. De jonge zendeling De Weerd, die voor Bolaang Mongondow was bestemd, werd afgestaan voor den arbeid op de Sangi- en Talaud-eilanden, in verband met aldaar ontstaan nijpend personeelsgebrek. Wij werden te eer hiervoor bereid gevonden, daar wij de mogelijkheid overwegen om Bolaang Mongondow over te dragen aan de Indische Kerk in ruil voor het zendingsressort Loewoek en Banggai, dat de Indische Kerk gaarne bij ons terrein in Midden-Celebes gevoegd zag.

Intusschen zijn de onderhandelingen hierover nog hangende, en het is nog niet zeker of verschillende moeilijkheden, die hier blijken te bestaan, op bevredigende wijze zullen kunnen worden opgelost.