Rectoraatsoverdracht op de Hoogere Theolog. School te Batavia-Centrum.

Op 9 Augustus 1937 verzamelden zich in de ruime binnengalerij van de H. T. S. een kleine honderd personen, meer of minder direct bij de school betrokken, om de rectoraats-overdracht bij te wonen. De voorzitter van het curatorium, Prof. Mr J. M. J. Schepper opende de vergadering met het lezen van Jesaja 55:4—11 en Joh. 17:20— 23 en gebed. Daarna sprak hij de volgende rede uit:

Zoo is dus het oogenblik gekomen, dat gij, Dr Slotemaker de Bruine, het rectoraat dezer H. T. S. aanvaardt. Het is een moment van blijdschap voor ons allen. In de eerste plaats voor Uzelf, nu gij na een jaar voorbereiding-in-Indië, de taak waartoe gij geroepen zijt, daadwerkelijk zult gaan volvoeren. En niet minder voor docenten en curatoren der school. Want, hoe goed Dr Muller Krüger zich van de waarneming van het rectoraat gekweten hebbe, zijn taak was al te zwaar, nu hij, terzijgestaan door den heer De Groot, toch de theologische vakken in hoofdzaak alleen verzorgen moest. Reikhalzend hebben wij dan ook uitgezien naar het oogenblik, dat de drie docenten het werk verdeelen konden: twee theologische docenten en één docent voor het algemeen ontwikkelend onderwijs. Het zij mij vergund bij deze plechtigheid Uwer aller aandacht nogmaals te vragen voor de taak onzer school.

De H. T. S. vormt in de geschiedenis van Ned. Indië niet de eerste gelegenheid van een centrale opleiding van geestelijke arbeiders ten behoeve der Christelijke gemeenten hier te lande. Immers werd reeds in 1878 het Seminarie van Depok opgericht met het doel om, afgezien van de locale opleidingen op de zendingsvelden, een instituut te stichten tot opleiding van „goeroes" voor en uit alle volkeren in den archipel.