namens de Chr. gemeente — of althans namens eenig kerkelijk instituut dat de Chr. gemeenschap wil belichamen en vertegenwoordigen — het Woord Gods zullen verkondigen en uitleggen, en als pastors, als herders, als zielzorgers, de kudde, de schapen van Jezus Christus zullen leiden en weiden.

De opkweeking van de leerlingen tot dien omvangrijken en diepingrijpenden arbeid, een arbeid even teer als grootsch en juist daardoor uitermate zwaar, vormt de essentiëele kern van de taak der docenten. Wat dat alles inhoudt, laat zich in een paar woorden niet uitdrukken. Ik moge er alleen dit van zeggen: Getuigen te zijn van Jezus Christus en verkondigers van Zijn Evangelie, van Zijn heilsboodschap, in welke maatschappij ook en onder welk volk ook, in Oost en West, onderstelt bewuste aanvaarding en handhaving van de positie die den discipel van Christus, als lid Zijner Gemeente, in deze wereld is aangewezen. De positie nl. tegelijkertijd burger te zijn van het Godsrijk dat het Koninkrijk der Hemelen is, en als lid der aardsche samenleving midden in deze zondige wereld te staan en zijn werk te doen. Derhalve heeft de Christen te leven en te werken in twee werelden, waarbij de eerstgenoemde wereld, die van het Godsrijk, zooals het ons geopenbaard is in het Woord Gods, inzonderheid in het Woord dat vleesch geworden is, in Jezus Christus zelf, de maatstaven en richtsnoeren inhoudt, welke richting en gehalte bepalen van zijn arbeid in deze zondige wereld. Dit leven en werken in twee, aldus geordende werelden houdt voor den Christen een voortdurende spanning in en vormt de bron van velerlei conflicten — innerlijken strijd in eigen hart en ziel, geestelijken strijd naar buiten en rondom met alle machten en invloeden, die van den „Vorst dezer wereld" uitgaan. En in dezelfde moeilijke positie zien wij de gemeente van Christus gesteld in hare zichtbare belichaming van kerken of andere organisaties. Ook zij hebben in twee werelden haar bestaan te voeren. Ook zij ontvangen de maatstaven en richtsnoeren voor haren arbeid uit een andere wereld, uit die van het Koninkrijk der Hemelen, een hoogere wereld dan deze aardsche waarin zij als zichtbare instituten haar taak te verrichten hebben. Alle predikers, alle dienaren des Woords, alle pastors der gemeente dienen diep doordrongen te zijn van dit dualistisch