jeugdwerk, dat allerlei organisaties in het leven heeft geroepen, die onderlinge voorlichting en sterking van het geloofsleven bedoelen. Dan op het werk van Javaansche vrouwen. Ook op den schoolarbeid, die voor een ontwakend volk zooveel te meer beteekenis heeft.

Alleen de huishoudschool te Poerworedjo, die geen subsidie kon ontvangen, heeft van haar geboorte af een moeilijk bestaan gehad.

Op dit terrein zijn 5 Holl. Chineesche scholen met in totaal 900 leerlingen. Van de onderwijzers zijn: 8 uit Nederland afkomstig, 11 Javanen, 2 Ambonneezen, 5 Chineezen, 2 Menadoneezen en 1 Batak. Een schoone samenwerking tusschen Oost en West.

Verder zijn er 22 volksscholen met 38 leerkrachten en 1600 leerlingen; 2 nieuwe zijn geopend.

IV. D j o g j a k a r t a, terrein van de kerken van NoordHolland. Missionaire predikanten Ds D. J. B. Allaart en Ds G. J. van Reenen.

Het verslag over 1936 spreekt van bestendiging van het bestaande, maar ook van vervulling van veel, wat het vorige jaar als belofte in zich droeg. Ondanks tegenslagen en gebrekkig werk groeide alles onder Gods zegen.

Het aantal goeroe's-indjil liep eerst terug tot 23, maar in Augustus konden 4 abituriënten van de Opleidingsschool in dienst worden genomen, 1 werd geplaatst te Wonosari, 1 te Kebonagoeng, 2 te Wates. Zoo steeg het aantal tot 27.

Het aantal geïnstitueerde gemeenten bleef gelijk. Evenzoo het aantal Javaansche predikanten. Bij het zelfstandig worden der gemeenten is een der groote moeilijkheden de schuld, die nog rust op het kerkgebouw. Zoolang de gemeenten nog niet tot geheele zelfstandigheid zijn gekomen, berust de leiding bij den kerkeraad in samenwerking met den missionairen predikant. De samenwerking was van prettigen aard. De beschikbare krachten worden gemobiliseerd voor evangelieprediking door de gemeente zelf, en dit kan niet nalaten invloed te oefenen op de verdieping van het eigen leven der gemeente.

Het aantal plaatsen, waar de Sacramenten bediend worden, vermeerderde met twee: Pandjattan en Paras. Over het algemeen is er in de gemeenten groei te constateeren, een zich