bewust worden van haar taak als gemeente. Veel hangt hier af van de leiding en het onderricht van den goeroe. Een nieuw evangelisatieblad, Marga Joewana, werd uitgegeven; de opzet is om vooral de meer ontwikkelden te bereiken. De kerkeraden zoeken abonné's voor den vollen prijs en vormen zoo een fonds voor gratis-verspreiding onder hen, die den prijs niet kunnen betalen. Er zijn reeds 60 abonnementen.

Het aantal gedoopten in 1936 bedraagt 247. Hierdoor steeg het aantal Christenen tot 2950. Van de 247 gedoopten waren 101 volwassenen en 146 kinderen; 41 doopleden deden belijdenis des geloofs. Het aantal dergenen, die dooponderwijs ontvangen, is 768. De opbrengst der collecten vertoont stijging; men tracht dit geld zooveel mogelijk productief te maken.

Vrijwel over de geheele linie is er een vraag naar onderricht, wat veel goeds voor de toekomst belooft.

Nieuwe scholen werden te Paras en Sewin opgericht.

Het medische werk kreeg nieuwe perspectieven door de opening van het sanatorium te Pakem. Ds Allaart houdt er elke week een koempoelan, onder veel belangstelling van de patiënten.

In het Petronella-hospitaal te Djokja werden ongeveer 400 kinderen geboren. Veel aandacht wordt besteed aan de opleiding van Javaansche verpleegsters. Dag en nacht staan er Javaansche vroedvrouwen klaar om met de noodige instrumenten erop uit te trekken.

V. Solo, zendingsterrein van de kerken van Zuid-Holland ten N. Missionaire predikanten: Ds H. A. van Andel, Ds P. H. van Eyk, Ds G. D. Kuiper en Ds S. H. Zuidema.

Het getal van 4 missionaire predikanten getuigt al van den groei van het werk. Dr en mevrouw Van Andel-Rutgers hebben hun definitieve afscheid verschoven tot 1940.

In 1936 zijn er op dit terrein 600 Javanen en 34 Chineezen gedoopt. „Van alle statistische gegevens — zegt Ds Breukelaar — is het getal van de gedoopten steeds het meest van belang. Dat cijfer doet ons het beste benaderen hoeveel vrucht het werk droeg."

Ook de arbeid onder de vrouwen wordt zeer gezegend. De zending te Solo heeft twee Hollandsche dames, die speciaal onder de Javaansche vrouwen arbeiden, mej. Bos en mej.