slist in een huwelijk toe te stemmen tenzij op Christelijke wijze; de aanstaande man heeft aan haar verlangen toegegeven, toen zijn nog drie paren bewogen hetzelfde te doen, en dan komt het groote oogenblik, dat zij naar Tifoe gaan, als de eersten van hun volk die ook hierin Christen willen zijn.

Hendriks reikte hun doopacten uit (dat was dus vroeger niet gebeurd) waarmede zij zich naar den Posthouder moesten begeven, die volgens de z.g. Moluksche wet, aanteekening van hun voornemen om een huwelijk te sluiten moest houden, en daarna had in de kerk het groote gebeuren plaats. Dat er eerst gedurende twee weken voorlezing van het voornemen tot het sluiten van het huwelijk moest plaats hebben, heeft men waarschijnlijk maar over het hoofd gezien.

Natuurlijk was de kerk propvol, want men was van heinde en verre gekomen om dit wondere gebeuren gade te slaan. Hendriks sprak volgens I Cor. 6 : 18—20 om de heiligheid des huwelijks tegenover de polygamie goed uit te doen komen.

Het was een heerlijke overwinning van het Evangelie over de macht des Heidendoms, en men kan zich het opgewekte gevoel van Hendriks wel voorstellen.

Dadelijk meldden zich nu ook vier paren uit Tifoe aan, en spoedig waren reeds 17 huwelijken gesloten, dat wil zeggen: vroeger op heidensche wijze gesloten huwelijken werden nu kerkelijk bevestigd. Dit zou tevens den weg banen tot het aannemen van lidmaten, meende Hendriks, want de polygamie had dit hoofdzakelijk belet. Hij wilde de gelegenheid tot het sluiten van een huwelijk nu eerst voor allen openstellen, die nog maar één vrouw hadden, maar hij wilde toch ook wel diegenen trouwen, die in polygamie leefden, zonder hen te noodzaken de andere vrouwen te verstooten. Hij meende dat hierdoor dan toch verdere polygamie onmogelijk zou worden. Zij zouden, eenmaal met één vrouw op wettige wijze gehuwd zijnde, er geen vrouwen meer kunnen bijnemen zonder met de Wet in botsing te komen, en ook zouden zij zich niet meer de weduwen hunner broeders toe kunnen eigenen. Weduwen die wettig getrouwd geweest waren, zouden na den dood van hun mannen vrij zijn, en niet meer het eigendom der schoonfamilie, kortom, het zou alles zoo anders worden. En daarom wilde hij dan ook allen tot het huwelijk toelaten. Helaas dat