ook zelfs het aanvankelijk gevondene weder te brengen op den goeden weg!

Misschien is dit wel bij de protestantsch christelijke zending in de hoogste mate het geval, door het hooge ideaal, dat zij zich voorstelt, om het ware Christendom te planten in de harten der menschen, den mensch tot zichzelven en zijnen God weder te brengen, hem van zonden vrij en het eeuwige, ware leven deelachtig te doen worden.

Wat ten minste mijne oogen aanschouwden van moharumedaansche propaganda, het mocht' niet gezegd worden, hierop veel gelijkenis te hebben. De slechtste, althans de sluwste individuen bleken de beste verbreiders, daar het om niet meer dan eene naamsverandering en een' enkelen vorm en formule te doen is, waaruit schatten van genot en blijdschap tot in alle eeuwigheid zullen voortspruiten.

Wat kwam nu als het kenmerkende van dezen werkkring voor ? 't Scheen eens, dat hij wat den aard zijner werkzaamheden betreft, niet veel verschillen zou met dien van Mödjö-warno. Gedurende de vele jaren, dat de Javaansche christenen geen eigen zendeling hadden, trokken velen zich samen, om eene eigene desa te stichten, op dezelfde wijs als de eerstelingen van Mödjö-warnö dit deden. Het gelukte hun eene bloeiende desa te vormen, waar het Christendom de voornaamste, ja zelfs zoo goed als eenige godsdienst was en nog immer zijn mag.

Eéne zaak echter was jammer. In Swaroe's onmiddellijke nabijheid waren geen onontgonnen gronden meer voorhanden, om nieuwe desa's te vormen, zooals dit in den aanvang met Mödjó-warnö het geval was. Daardoor gevoelde Br. kreemeb , na een verblijf van 1876-80, zich als binnen al te enge grenzen besloten. Daarbij kwam, dat het te Swaroe nog steeds aan eene geschikte zendelingwoning bleef ontbreken en het vooruitzicht niet geopend werd, dat daarin spoedig zou kunnen worden voorzien. Om deze reden maakte Br. kreemer zich de gelegenheid ten nutte om zich hier te Këndal-pajak te vestigen, paal (ongeveer 2 uur gaans) van