goed, zoo door deze eenvoudigen den Heer te hooren loven en prijzen. Voor de aardigheid liet ik twee zangstukjes uitschrijven, om die u te doen toekomen. (1)

Uit de kerk gekomen, kwamen velen bij mij een kopje thee drinken. Maar de ware feestdag -was de volgende dag, de 1ste Kerstdag. Gelijk den vorigen avond gingen wij weêr gezamenlijk ter kerk, en vonden daar op nieuw de gemeente verzameld. Wij werden op nieuw verkwikt door het heerlijke woord: «Vrede op aarde, in meDschen een -welbehagen", al weder afgewisseld door gezang van de gemeente en door vierstemmige liederen. Na kerktijd vereenigden zich groot en klein in mijn huisje, waar alles ter ontvangst gereed stond, in de achtergalerij voor de catechisanten en schoolkinderen, op de voorgalerij voor de notabelen van het dorp met hunne vrouwen en dochteren. Allen lieten zich de feestkoekjes goed smaken. Een kerstboom zou zeker de feestvreugde verhoogd hebben; doch daaraan zijn kosten verbonden, die het mjj moeilijk zou vallen te dragen.

Sedert het overlijden van Br. luyke ging deze gemeente over aan den Hulpprediker step , die zijne standplaats te Waai heeft en tweemaal in het jaar hier dienst doet.

Ik weet niet, of u bekend is, dat Ambon onder den Predikant Omterhaus en den Hulpprediker Kobnfeldt , die tijdelijk den Maleischen dienst te Ambon waarnam, een tweede kerk gekregen heeft, en wel op een klein uur afstands van de hoofdplaats, omdat reeds sedert lang gebleken was, dat daar honderden christenen woonden, die zelden ter kerk kwamen, hetgeen in den regenmoeson ook zeer moeilijk was. En waarlijk in betrekkelijk korten tijd stond het gebouw daar, en het wordt zeer geregeld bezocht.

Ook in de nieuwe gemeenten, die, naar ik meen, onder den waardigen Predikant Kemmann gesticht en door den Heer Koknfeldt voortgezet zijn, nameljjk de negeryen Erie en Siri aan de zuidzijde van de Goenong Nonnas, werden, niet lang geleden, scholen geopend. Ook te Hative-besaar en te Tawari, twee negeryen aan de overzijde van de baai, tegenover Ambon, zijn nu twee gemeenten ontstaan, die onder toezicht kwamen van den Hulpprediker te Allang. De gebouwen, die voor kerk en school dienst doen, zjjn ook reeds lang gereed en in gebruik. De Regeering stelde hier twee onderwijzers aan.

In de negery Galala bouwde de gemeente zelve een zeer aardig kerkje, en in de binnenbaai, tusschen de negeryen Poka en Waaihero, ontstond eene nieuwe gemeente, die ook reeds een aardig kerkjo onder dak heeft.

De gouvernementsschool van Waaihero en Poka is reeds sedert een paar jaren gesloten. Die van Poka zenden nu hunne kinderen

(1) De beide stukjes zijn aan weerszijde van een achtste blaadje geschreven, zoo keurig, dat het zou verdienen in een lijstje gezet te worden. Wie die schoonschrijver is werd ons niet gemeld; maar hij zou menigeen hier te lande een lesje kunnen geven. En als dit nu een Ambonees is, wat bijna met zekerheid mag worden aangenomen, waarom wordt dan zulk een aanleg niet verder ontwikkeld ten nutte van het gansche volk.