zendingvereeniging in de Minahassa jaarlijks door Br. Rookeb geleverd, van welkeD het laatste te vinden is in D. XXXII (1888) van onze Mededeelingeu, p. 24, e. v.

Een zwaar verlies leed Br. Rookkr en met hem de gemeente te Tondano, door het overlijden van zijne door allen zoo hooggeschatte Echtgenoot. Ook Br. Gbaafland , die als Adjunct-Inspecteur van het Inlandsch onderwijs in nauwe betrekking met de Minahassa gebleven is, moest kort daarna een gelijk zwaar verlies ondervinden. En dat beide Broeders diep gebukt gaan onder deze beproeving, zal ieder bevroeden, die weet wat de Vrouw voor den zendeling is. Immers zjj is niet alleen zijne levensgezellin, maar zijne medearbeidster op het haar aangewezen veld, bijzonder ook door de opleiding van Inlandsche meisjes (anak-piara) tot alles wat op de huishouding betrekking heeft, door onderwijs, waar zulks pas geeft, in zondagschool en meer. Waar de moeder des huisgezins wordt opgeroepen daar vervallen al zulke werkzaamheden.

Wat ons verheugd heeft, is, dat de BB. E. W. G. Gbaaïland en J. S. de Vbies , kweekelingen van ons Zendelinghuis, in de Minahassa als Hulppredikers geplaatst werden, de eerste te Tanawangko, zijne geboorteplaats, de tweede te Koemelemboeaai. Zij zullen, vertrouwen wij, zich hunner roeping waardig betoonen en goede herders van de hun toevertrouwde gemeenten worden.

Koemelemboeaai! Het wekt droevige gedachten. Diep heeft het ons getroffen, dat onze Br. Boddè , tengevolge van eene ernstige ziekte, zijn' werkkring moest verlaten, om in het Vaderland herstel te zoeken. De Heer verleene het hem genadig, en sta aan de zijde van zijne wakkere, ook in dezen zwaar beproefde Echtgenoot.

Br. H. C. Kbuyt zet met grooten ijver zijn' arbeid aan de onderwijzerskweekschool te Tomohon voort. Hij wordt daarbij geholpen door twee Inlandsche onderwijzers.

Br. de Lange bleef niet zonder vrucht werkzaam aan de Drukkerij, die vooral beteekenis heeft voor de uitgave van het Maleische Maandblad.

Br. Louwerieb werd van wege het Protestantsch kerkbestuur belast met de opleiding van Inlandsche Hulppredikers.

Br. Schippebs , dien het wegens zijne gezondheid op den duur lastig viel zijne talrijke gemeenten te bezoeken, werd verplaatst naar Ternate, van waar hjj de gemeenten op het eiland Batjan heeft te bezoeken.

De meisjes-kost- en dagschool, onder bestuur van Mej. E. Ceamish, geholpen door Mej. Makkink , doorleefde een' tijd van verachtering, voor een deel het gevolg vaji de drukkende tijdsomstandigheden,

die het voor de ouders wel eens bezwarend maken, geldelijke offers