te besteden aan de opleiding hunner dochters. Toch schijnt de inrichting zich weêr te herstellen, waartoe veel bijdraagt de getrouwe toewijding van Mej. Crameb aan hare belangen en de zeer gewenschte medewerking van de BB. Hulppredikers.

Het valt niet te ontkennen, dat de Minahassa in meer dan één opzicht, stoffelijk zoowel als geestelijk, zorg baart; dat het volksleven tengevolge van het doordringen van de min edele eigenaardigheden der Europeesche beschaving, vormen aanneemt, die ongunstig werken op zedelijkheid en godsdienstzin, en dat daardoor vooral het jongere geslacht aan veel verleiding bloot staat. Wij zouden kunnen zeggen: even als ouder ons. Maar als men dan weêr het oog vestigt op de teekenen van belangstelling, door velen betoond in alles wat op de openbare godsdienstoefening betrekking heeft, overvloedig gebleken uit de berichten van Br. M.Brouwer, op de samenkomsten van vrouwen tot het bespreken en behandelen van christelijke belangen, op eene vereeniging als die bekend is onder den naam van «Onderlinge hulp" tot het ondersteunen van scholen, op de inrichting van kerkeraden, het houden van godsdienstige samenkomsten (kompoelans) en wat hier verder te noemen zou zijn, dan wordt het hart verruimd en de hoop versterkt, dat deze zoo hoog gezegende akker meer en meer rijpen zal tot eenen planthof van zielen, die hun hoogste heil zoeken en vinden in de gemeenschap met Jezus Christus, een amen op de bede: »Uw koninkrijk kome."

Onze aandacht wordt, vooral door Ds. Wielandt , te Menado, gedurig gevestigd op Bolaang-Mongondou en Gorontalo, zelfs op de nog verder op liggende landen aan de Tomini-golf, op de Sangien Talaur-eilanden, die bijna of geheel van arbeiders ontbloot zijn. Eens lagen onze uitzichten in die richting; zij werden verduisterd en ons ten slotte geheel benomen door een ounoodig, ja gevaarlijk raadplegen van een Inlandsch hoofd door den Ambtenaar, die toen als Resident het bewind voerde. Ons werd van wege de Regeering het afvaardigen van zendelingen naar Bolaang-Mongondou ontraden, in een' zin, die gelijk stond met verbod. En thans zjjn wij buiten machte aan de hooggewaardeerde uitnoodiging te voldoen. Wij zouden aan andere akkers, die thans onze zorg vereischen, tekort doen. Vroeger ontbrak het ons ook wel aan arbeiders; thans schrjjven onze geldmiddelen ons voorzichtigheid voor. Mogen andere vereenigingen zich gedrongen gevoelen, zich aan dit gewichtig werk te wijden! Wat de Sangi- en Talaur-eilanden betreft worde