zending, op haar streven, op hare boden, op hare vrucht.

»De Minahassa een christenland, zeker, maar niet met gemeenten zonder vlek of rimpel. Integendeel veel onkruid tusschen de tarwe, allerlei soorten van visschen in het net. Ook hier de oude geschiedenis, die altijd weder nieuw is: eene gechristende bevolking, uiting in velerlei opzicht van den steeds dieper doorwerkenden christelijken geest, maar geene verzameling van heiligen. Soms heeft het den schijn, bij openbare beoordeelingen van de christelijke Minahassa, alsof al wat er goeds geweest is, verzwonden is. Wij voor ons zeggen daarop: »»het is ons het minste van ulieden geoordeeld te worden, die ons oordeelt is de Heer !"" Wij zien ons in veel en velerlei eene groote en krachtige deur geopend, maar ontveinzen ons niet, dat er vele tegenstanders zijn.

» De zendelingen van het Nederlandsche zendelinggenootschap hebben het Evangelie in de Minahassa gebracht. Mochten zij ook al in Europa tot onderscheidene Protestantsche gezinten behooren, hier verloor het kenmerkend eigenaardige van de kerkgenootschappen beteekenis en kracht. »»Vrede door het bloed des kruises"" was de leuze; het werkdadig Christendom voort te planten was het doel. De allengs ontstane gemeenten waren eenvoudig christengemeenten, en als men nadere qualificatie mocht wenschen, dan waren het Evangelische christengemeenten. Later ingetreden omstandigheden, met name de propaganda van RoomschKatholieke zijde, hebben het noodzakelijk gemaakt, dat onze christengemeenten Protestantsch geheeten worden.

»De Protestantsche Minahassa is eene benaming ten volle van toepassing op ons land en volk. De gemeenten zijn verdeeld, behalve de hoofdplaats Menado en omstreken, waar een Predikant werkzaam is, in tien ressorten, elke waarvan toevertrouwd is aan een' Hulpprediker. In' het begin van het verslagjaar waren alle ressorten van Hulppredikers voorzien. In de tweede helft daarvan echter was de Hulpprediker j. boddé van het ressort Koemelemboeaai