opkomst zijn er nog enkele gemeenten, als: Matoengleas, Tatëlloe, Pété en Soekoei, ook Toemaloentoeng, die meer dan anderen reden tot tevredenheid geven. Maar de offervaardigheid blijft in die gemeenten zeer gering. Het gaat echter niet, om u in dezer voege in dit schrijven van elke der twee-en-twintig gemeenten, waar doop en avondmaal bediend worden, de meerdere of mindere mate van belangstelling en offervaardigheid te schetsen. Bijna allen komen, in vergelijking met andere streken der Minahassa, in beiden veel te kort, sommigen zelfs zeer veel. En dat niet uit onkunde of achterlijkheid in verstandsontwikkeling, maar veeleer uithoofde van het tegenovergestelde. Een zekere beschaving, zooals het handelsverkeer die met zich brengt, ging hier aan den zendingarbeid vooraf. Elders is dat anders. Daar dankt men alle verstandsontwikkeling aan het zendingwerk alléén. In de meest van het verkeer afgesloten streken der Minahassa vindt men de beste gemeenten, omdat het daar de zendeling alléén is, die invloed op het volk uitoefent. Elders is er een invloed werkzaam, die in strijd is met den zijnen, en zijne taak moeielijk en weinig loonend maakt. Dat er desniettegenstaande toch nog O O <J op vruchten, al zijn zij minder talrijk, kan gewezen worden, dit pleit, dunkt mij, wel voor de kracht van het Evangelie."

Terwijl de brief, waaraan wij onze bijzonderheden ontleenen, door tal van andere bezigheden en dienstreizen moest blijven liggen, had er eene gebeurtenis plaats, die eene zekere opgewektheid te weeg bracht. Deze gebeurtenis was: de opening van pas voltooide school-kerkgebouwen op vier groote plaatsen.

»Reeds sedert 1881", zoo schrijft onze broeder, »met de opening der gouvernementsscholen op die plaatsen, bestond het voornemen tot dien bouw. De volvoering echter onderging door verschillende omstandigheden eene zoodanige vertraging, dat de gebouwen eerst in Mei 1.1. waren voltooid. Daar deze gebouwen voor de gouvernementsschool en tevens voor kerk zijn bestemd, werden zij het eerst op achter-