in het hospitaal werd opgenomen. Na aldaar drie dagen te hebben doorgebracht, besloot ik, ook met het oog op de kosten aan het verblyf ia het hospitaal verbonden, naar Mödjó-warnö te gaan. Daar aangekomen gaf Br. Kruijt mij den raad niet naar Savoe terug te keeren, alvorens een schrijven van u ontvangen te hebben.

»Intusschen had ik het voorrecht spoedig van de koorts verlost te worden. Door goed voedsel aan boord, door de zeelucht en rust kreeg ik weldra mijne krachten nagenoeg terug, en nu mag ik hier bij Br. Kruijt nader tot verhaal komen."

Wij verheugen ons over dit herstel en hopen, dat onze Broeder hetzij dan aanvankelijk nog op Savoe, hetzij reeds bij aanvang op Java, zijne werkzaamheden spoedig zal kunnen hervatten.

3. Nog eens uit het Dagboek van Asu Iiiman.

(Medegedeeld door Br. Hoezoo).

I'.

Op zekeren dag bracht ik 's avonds een bezoek aan een mijner goede kennissen, Wóngsö, den gewezen loerah (hoofd) van de kampoeng Petellan. Ik vond hem met zijne vrouw beiden thuis, en opende het gesprek met een praatje over den veldarbeid, waarmede het hun zeer voorspoedig ging, zoodat ik zeggen moest, dat zij in dit opzicht wel gelukkig waren.

Wóngsö. U meent, dat wij zeer gelukkig zijn en het recht naar onzen zin hebben ; maar n weet niet in welk eene verlegenheid ik zit. Ik heb nog twee loemboeng (schuren) vol padi, die ik nog maar niet verkoopen kan; en nu nadert reeds de oogsttijd van het nieuwe gewas. Waar moet ik dat alles bergen?

Ik (schertsende). Dat behoeft geen bezwaar te geven, als ge werkelijk geen plaats hebt voor al die padi. geef ze dan maar in bewaring bij mij, dan helpt ge mij tevens wat voor mijn onderhoud.

Wóngsö. Zeer goed. kang! als u mijn padi koopen wilt tegen f 13 de amët, (1) zeg dan maar, hoeveel amët u verlangt, en ik zal ze u bezorgen.

Ik. Wóngsö! hoeveel jaar gaan wij nu al met elkander om! Hoe komt het toch, dat ge nog maar niet vatbaar zijt voor goede leer en vermaning? 't Schijnt wel, dat ge dag en nacht maar droomt over wereldsche goederen en u r.iet bekommert over uw lot hier namaals. 't Is ons wel niet verboden wereldsch goed te zoeken en ér voor te zorgen, doch men moet daarin niet onmatig of onbehoorlijk te werk gaan, er niet den duivel bij halen of slinksche wegen inslaan, alleen maar om zijn schraapzucht te bevredigen. Want hoe zeer wij ook verplicht zijn, voedsel en kleeding te zoeken

(1) Een dracht padi of rijst, zoo als zij in de schuur gaat.