het sober maar smaakvol aangebrachte snijwerk en de keurig witte banken, door de gemeente zelve vervaardigd, een' aangenamen indruk." Wij hadden er wel eens bij tegenwoordig willen zijn, toen Kruijt sprak over Jezus' woord: »Het Koninkrijk der Hemelen is nabij," of op den volgenden Zondag, toen dertig volwassenen op belijdenis des geloofs, en negenentwintig kinderen door den Doop werden opgenomen in de gemeente. Maar gaat het ü, als steller dezes, gij hadt het liefst het kinderkoor uit Mödjö-warnö de twee in het Javaansch door Br. Poensen vertaalde liederen hooren aanheffen: liederen aan welke Ps. 123 en Jesaja 40 : 1, 2 den grondtoon aangeven.

Er is, het spreekt als van zelf, nog al groot verschil tusschen de verschillende plaatsen, op welke de moedergemeente van Mödjö-warnö inwerkt. De schijnbaar onvruchtbaarste arbeid is het te Soerabaja en omliggende desa's. Een zegen, dat de voorganger Mattheus, een vroom man, zich niet laat afschrikken. Hetzelfde geloof, dat hem steunde en deed stille zijn bij het smartelijk verlies van zijne twee lieve kinderen, steunt hem ook bij de teleurstellingen in zijn werk. Wat oefent toch het Evangelie overal dezelfde kracht! De wereldling of oppervlakkig godsdienstige noemt licht dweeperij of overspannenheid, wat wij bij oprecht en levendig geloof toch zeiven ook ondervonden: ik bedoel datgene, wat dien Mattheus, schoon diep bedroefd, deed schrijven midden in zijne smart: »Des Heeren liefde gevoel ik dagelijks meer en meer. Hem te dienen wordt steeds meer de lust mijns harten. Wien Hij lief heeft, kastijdt Hij."

De moeilijkheid waarop de arbeid van Mattheus en de anderen stuit is tweeledig. Ter eenerzijde is het de oude geschiedenis van Felix met zijn: »Voor ditmaal ga heen!" als het namelijk blijkt, dat christen-zijn niet samengaat met opium schuiven en onzedelijke handelingen bij feestelijke gelegenheden. Ter anderer zijde, den loerah en den dorpelingen slaat de vrees om het hart, als het bekend wordt, dat een der dorpsgenooten christen wordt, de godsdienst