Echtgenoot hadden daarvan persoonlijke ervaring, en wij hebben in hunne droefheid gedeeld. Daarbij kon onze Broeder, als niet ten volle hersteld, nog niet terugkeeren tot zijn' werkkring, zoodat wij zijn verlof moesten verlengen. Br. en Zr. Poensen waren genoodzaakt tot herstel van gezondheid naar Nederland over te komen. Br. Bieger moest wegens ziekte Savoe verlaten en zich vóór den gestelden tijd naar Java begeven. En vergeten wij Br. N. Graafland niet, die zich iu de laatste jaren als Adjunct-Inspecteur van het Inlandsch onderwijs verdienstelijk maakte, doch ook zijn' arbeid tijdelijk moest laten rusten, die zóó zwaar beproefd werd door het overljjden van eene geliefde Dochter en het jammerlijk sneven van zijn' oudsten zoon. - Yan verschillende zijden aangezocht om zendelingen, moesten wij tot ons leedwezen verklaren, dat vóór het einde van 1890 niemand der onzen beschikbaar was, en dat wij niet over ruimte van geldmiddelen te beschikken hebben. Onder dit alles hebben wij Gods hulp ondervonden, en zoo betaamt het ons met vertrouwen de toekomst te gemoet te gaan.

In die toekomst ligt veel voor ons Genootschap weggelegd, en er zal van onze zijde veel overleg en toewijding gevorderd worden ter voorbereiding van het werk, dat ons wacht. Het zij ons vergund, hierop bijzonder de aandacht van onze Vrienden te vestigen, hunne zóó zeer noodige medewerking in te roepen.

Br. Kreemer heeft, met bij hem verklaarbare voorliefde, het behartigen en versterken der zending in Oost-Java aanbevolen. Van onze zijde is zulks meermalen gedaanaltijd echter onder één voorbehoud, dat onze inkomsten zouden vermeerderen. Hebben wy op Java gewezen, het was, om te doen uitkomen welk een veld da&r voor onzen arbeid open stond; en waren wij vóór jaren geholpen, wij zouden zeker het getal van 's Genootschaps zendelingen op Java vermeerderd hebben, altijd echter met het beleid, dat overal, doch bijzonder te midden van mohammedanen gevorderd wordt; altijd naar de methode tot hiertoe door onze Broeders gevolgd, het vormen van centra, van waar de evangelieverkondiging zich geleidelijk kan uitbreiden. Op deze wijze willen wij voortgaan en, kunnen wjj op ondersteuning rekenen, dan laat zich voorzien, dat binnen eenige jaren Br. Kreemer's zielsbegeerte, die ook de onze is, vervuld zal worden.

Thans hebben wij, na ernstig overleg en na ook de BB. J. en A. Kruijt, laatstelijk Br. Poensen geraadpleegd te hebben, tot het volgende besloten. Zoodra mogelijk keert Br. J. Kruyt, die tijdelijk