De eerste uitzwerming, zoo wordt de verhuizing terecht genoemd, had de stichting van de gemeente Bongsörëdjo tengevolge. Hieraan is altjjd de schaduwzijde verbonden, dat de moedergemeente hare beste krachten verliest. Heeft echter zulk eene uitzwerming niet plaats, dau zien enkelen zich genoodzaakt zich te midden van mohammedanen te verplaatsen, en op dezen kunnen zij natuurlijk weinig of geen' invloed oefenen.

»Het is bekend", schrijft Br. Kruijt, »dat onze buitengemeenten bestaan sommigen uit eene hoofdgemeente met enkele verspreid wonende christenen in de omliggende desa's, anderen uit eene vereeniging van kleinere gemeente. Tot de eerste soort behooren : de gecombineerde gemeenten Kertórëdjö-Ngórö (elk met eene eigene kerk), bediend door twee voorgangers en de gemeenten BongsörëdjoMlaten", die nog al ver van elkander gelegen zijn. »Tot de tweede sooi't behooren Segaran en Wijoeng (8 paal ten Z.O. van Soerabaja). Hare voorgangers hebben een reizend leven. Zij bezoeken geregeld de gemeenten onder hun ressort, houden des Zondags, ter plaatse waar zij zijn, godsdienstoefening en catechisaties met de kinderen, ook met de nieuwelingen en aanstaande lidmaten. Meestal vereenigen de gemeenteleden zich ter plaatse waar de voorganger den Zondagdienst verricht. Geschiedt dit niet, dan wordt in bijna alle gemeenten door een' der meest ontwikkelde leden de godsdienstoefening geleid, Deze bezoeken duren soms twee of meer dagen, en gebeurt het, dat men belangstellenden ontmoet, dan worden de gesprekken tot diep in den nacht voortgezet.

• Soerabaja zelf is weêr een geheel ander arbeidsveld en zeker niet het minst zware. Hier versterft veel goed zaad , en men kan daar nog alleen van het bereiden van den akker gewagen."

Onze Broeder treedt verder in bijzonderheden uit het leven in de gemeenten geput, waartoe ook behoort de inwijding van bovenvermelde kerkgebouwen. Wij willen deze voor onze Maandberichten en ons Tijdschrift > Mededeelingen" bewaren. (1)

Ten slotte willen wij hier alleen nog een en ander overnemen uit de nauwkeurige statistieken aan het verslag toegevoegd. De tien gemeenten tot den werkkring van Mödjö-warnö behoorende tellen thans 3403 zielen; van dezen zijn 1900 volwassenen. Er kwamen geer. afvalligen voor. Het getal gesloten huwelijken be-

(1) Het verslag is reeds in zijn geheel in onze «Mededeelingen" opgenomen. Zie D. XXXin, 3de St.